land, een enkele keer in Friesland, maar nooit
in Oost-Nederland is al jaren de klacht. Een paar
weken eerder nog heeft Knoppers in een brief
aan de Schaatsbond de ZIJV min of meer officieel
kandidaat gesteld voor de kampioenschappen
in het daaropvolgende wedstrijdseizoen 1942/43.
Maar het besluit dat nu op stel en sprong
moet worden genomen is: durft Zutphen de or
ganisatie aan? De wedstrijd is al over drie da
gen. Er ligt een meter sneeuw op de schaatsbaan
naast de Berkel. Hier en daar ligt zelfs anderhalf
tot twee meter. De weersverwachting zegt: “er
is nog meer sneeuw in aantocht.” Nog diezelf
de woensdagavond 4 februari volgt spoedover
leg binnen het bestuur. Om circa 23.00 uur belt
ZIJV-voorzitter J. B. Gosselaar Beerta naar Eecen.
Zutphen doet het.
De volgende morgen om 5.00 uur begint
baanchef Woudstra al met het schaatsklaar ma
ken van de baan. Hij krijgt hulp van ‘de jongens
van de Mettray’, het opvoedingshuis in Eefde, en
van tientallen jeugdleden van de organiserende
vereniging. Op donderdag staat er al een adver
tentie in De Koerier dat de kampioenschappen de
daaropvolgende zaterdag en zondag op de ijs
baan van Zutphen worden gehouden. Toegang
voor niet-leden: 1 gulden per dag. Voor beide da
gen: 1,50.
De meeste rijders die om het kampioenschap
komen strijden, arriveren al vrijdag in Zutphen.
Zij willen uitgerust aan de start komen. Sommi
gen gaan ook de baan bekijken. Onder de aan
meldingen zijn de grote namen uit die jaren:
Buyen, Haverkotte, Keijzer, Bosman. Er hebben
zich 33 schaatsers ingeschreven, er komen 32
mannen aan de start. Onder hen zijn zes deelne
mers uit Zutphen en Warnsveld. Alle zes zijn lid
van de organiserende vereniging. Uit Warnsveld
komen de broers Adelbert en Hendrik Schouten.
De mannen uit Zutphen zijn Theo Dullaert, F. van
Veen, G. van Altena en Rob ’t Hart.
Enkele krantenverslagen spreken van te veel
zwakkere deelnemers. Maar dat geldt zeker niet
voor twee van de lokale deelnemers. Dullaert
(*1914) heeft zijn sporen verdiend. Hij deed in 1933
ook al mee aan de nationale kampioenschappen
en werd toen 15de. Bij de ZIJV won hij eerder de
Terlet-wisseltrofee, een prijs voor jonge schaat-
En de vier andere deelnemers uit de gelederen
van de ZIJV? Voor Hendrik Schouten, Van Veen
en Van Altena was dit hun eerste én laatste deel
name aan een toptoernooi. Voor ’t Hart was dit
ook zijn eerste grote krachtmeting, maar in 1946
deed hij weer mee, zonder zich evenwel te klasse
ren voor de 10 kilometer.
Zutphen is in de ban van de overvloedige
sneeuwval. In zijn oorlogsdagboek schrijft Piet
Dullaert op vrijdag 6 februari: ”Er wordt op ar
rensleden door de stad gereden. Ook vervoer op
sleden: bakkers, kolenboeren, voerlui, wasbezor
gers. Soms een bakfiets met een paard of drie
treklieden ervoor.” Hoewel Dullaert een fervent
schaatsenrijder is, zo kun je uit zijn dagboek op
maken, noteert hij over de kampioenswedstrij
den niks meer dan dat zij verreden werden.
sers op de lange afstand. Hij moet lokaal gekend
zijn, maar zijn naam staat op het wedstrijdbord
op de baan fout gespeld: Dullaart. Ook Adelbert
Schouten (*1919) heeft de Terlet-beker gewonnen,
kortgeleden zelfs, op 17 januari. Hij geldt als een
groot talent. Hij deed ook eerder aan de natio
nale kampioenschappen mee. In 1940 eindigde
hij als 10de, in 1941 als 15de. In het jubileumboek
bij het 100-jarig bestaan van de Zutphense IJs-
vereeniging3 staat een foto uit 1934. Daarop zie je
Dullaert4 en Schouten5 samen met twee andere
ZIJV-leden en de trainer op de kunstijsbaan van
Amsterdam. Zij vormen de zogeheten trainings
groep.
5
Berekeningen
vóór de 10.000
meter door
Taconis en Buyen.
Buyen wijst zijn
eigen naam aan
op de deelne
merslijst.
ZUTPHEN
2023 1