WIE WAS TOCH..
Gerrit Jan Roosegaarde
oordouwer of dwarsligger? Dat is de
vraag als je Gerrit Jan Roosegaarde met
één woord wilt karakteriseren. Zeker
is dat vermoedelijk geen Zutphens raadslid zo
vaak, zo hartstochtelijk en zo heftig zijn oppo
nenten heeft bestreden als hij.
Gerrit Jan Roosegaarde (*1798, Zutphen) is
medefirmant van de leerlooierij Roosegaarde,
Bisschop van Sittert. Ook
is hij politiek actief. Al sinds
1837 is hij raadslid. Hij is een
groot bewonderaar en vol
geling van Thorbecke.
In 1848 richt Roosegaar-
de de progressief-liberale
lokale kiesvereniging Red
ding door Bezuiniging op.
Die moet een vernieuwen
de beweging vormen tegen
de zittende bestuurskaste,
vertegenwoordigd door o.m.
burgemeester G.P.C. baron
van Heeckeren. Maar ook li
beralen van een wat behou
dender signatuur, zoals R.W.
Tadama, hebben moeite met de dadendrang van
Redding door Bezuiniging, aangevoerd door
Roosegaarde en met Jacob Dam als secretaris.
In de raadsvergaderingen mijdt Roosegaarde
de confrontatie allerminst. De discussies verlo
pen fel. Vermeende kwalijke praktijken van de
oude garde bij het winnen van kiezers, een du
bieus baantje ter secretarie voor een neef van de
burgemeester, een verprutste renovatie van de
Nieuwstadspoort die door B&W gedekt wordt,
Roosegaarde stelt het aan de kaak. Meermaals
wordt hij afgehamerd. Maar hij laat zich de
mond niet snoeren. Over en weer wordt de toon
steeds feller en persoonlijke aantijgingen krij
gen de overhand. Langzamerhand krijgen voor-
al de conservatieven genoeg van Roosegaarde.
Dan komt het toeval zijn tegenstanders te
hulp. Zutphen heeft in 1853 plotseling grotere
kazernes nodig. B&W laten het oog vallen op de
stadsgebouwen IJzendoorn en Gildehuis. Maar
daarin heeft Roosegaarde zijn leerlooierij. De ge
meente zegt hem het gebruik - dat hij overigens
gratis heeft - op. Een zakelijke klap. Gesteggel
over rechten, eigendomsbe-
palingen en vergoedingen.
Er ontstaat een slepend juri
disch gevecht dat pas in 1859
tot een eind komt.
Deze affaire maakt hem
politiek vleugellam. Het al
gemeen belang conflicteert
met zijn belang als onder
nemer. Zijn optreden in de
raad en daarbuiten doet
veel kiezers twijfelen. Bij de
raadsverkiezingen van 1853
wordt hij niet herkozen.
Wel blijft hij voorzitter van
Redding door Bezuiniging.
Bang voor zijn terugkeer in
de raad schrappen B&W in 1855 Roosegaarde van
de kiezerslijsten. Argumentatie: Roosegaarde
zou geen inwoner van Zutphen zijn, maar van
Brummen. Roosegaarde protesteert tevergeefs.
Hij spant een rechtszaak aan. Die wint hij. B&W
moeten hun fout herstellen. Voor Roosegaarde
komt dat te laat. De verkiezingen zijn inmiddels
voorbij. Roosegaarde zal niet meer terugkeren
in de raad.
Na Roosegaardes verdwijnen uit de raad luwt
ook de liberale Sturm und Drang van Redding door
Bezuiniging. In het vervolg klinkt in de raadsver
gaderingen het liberale geluid wat gematigder.
Gerrit Jan Roosegaarde overlijdt in 1861. Doordou
wer? Dwarsligger? (Rob Kammelar)
1
I
Van de door
Roosegaarde
opgerichte Ver-
eeniging Redding
door Bezuiniging
zijn alleen de
statuten en een
lofdicht op Thor-
becke bewaard
gebleven. Het lof
dicht werd voor
gelezen tijdens
de algemene
ledenvergadering
van 1850.
Bronnen:
- Dit artikel is
grotendeels
gebaseerd op na
gelaten aanteke
ningen van onze
oud-redacteur Jan
Nielandf.
- Jaarverslag Ge
meente Zutphen
1856 (Regionaal
Archief Zutphen)
- Regionaal Archief
Zutphen, archief
0048, inv.nr. 52 en
archief 0542, inv.
nr. 124.
ZUTPHEN 117
2022 4
“'J“«
REGIONAAL ARCHIEF ZUTPHEN COLL. G.E. HARTMAN