WIE WAS TOCH.. Gerard van Drinen (Mirjam van Velzen-Barendsen) voor een passende straf. Gerard is gelukkig uit een ander hout ge sneden en heeft in het Utrechtse nog altijd een streepje voor. Op 16 december 1349 is hij getui ge bij het opmaken van het testament van de Utrechtse kanunnik Henricus Machelmus. Als koorgezel verdient hij nog wat bij, door deel name aan getijden en (memorie)missen. Daar naast verricht hij werkzaamheden als koster in de Sint Walburgiskerk. In 1349 doet de pest haar intrede in de stad. Het zijn zware tijden. Gerard en zijn zuster Bye overlijden. De doodsoorzaak is onbekend. Maar Gerard en Bye krijgen ook in het hiernamaals een goede kans: broer Herman geeft geld aan het kapittel van de Sint Walburgiskerk voor een memoriedienst ter nagedachtenis van zijn over leden broer en zus. De naam Van Drinen blijft rondzingen in Zutphen: in de kerk, het stads bestuur en in de straten. In de veertiende eeuw is er een Drinersteeg en anno 2021 nog een Van Drinenstraat. Met de aanbevelingsbrief van de paus loopt het minder goed af: deze eindigt wat oneerbiedig als band om het oudste rechtsboek van Zutphen. erard kan goed zingen, lezen en aardig schrijven. Hij is vernoemd naar zijn va der en heeft nog een broer, Herman, en een zuster Bye. Hoewel veel leden van de familie Drineman of Van Drinen carrière maken in het stadsbestuur, is Gerard slechts een arme geeste lijke, laag op de kerkelijke hiërarchische ladder. Gelukkig blijven zijn capaciteiten niet onopge merkt. Mogelijk maakt zijn familielid Arnold als schepen gebruik van zijn connecties om hem vooruit te helpen. Uiteindelijk ondertekent nie mand minder dan Paus Clemens VI in 1342 een aanbevelingsbrief voor Gerard. Henricus de Vey- da, kanunnik van de Utrechtse kerk, krijgt de op dracht om de arme Zutphense geestelijke een mooi ambt te bezorgen. De carrière van Gerard krijgt een nieuwe impuls. Hij wordt priester in Zutphen in een tijd dat er grote behoefte is aan eerbiedwaardige geeste lijken. De normen en waarden van de geestelijk heid laten regelmatig te wensen over. In 1347 ziet bisschop Jan van Arkel zich genoodzaakt in te grijpen. Enkele laag geplaatste Zutphense gees telijken drinken teveel en vertonen meermalen aanstootgevend gedrag. Hij verzoekt het Zut- phense stadsbestuur om de boosdoeners gevan gen te nemen en naar Utrecht over te brengen XI C£ In het memorie boek van de Sint Walburgiskerk staat Gerards naam genoteerd. Ieder jaar, op 6 augustus, werd er voor Gerards ziel gebeden. 84 ZüTPHEN 2022 3 Bronnen en Litera tuur RAZ, Archiefnr. 0325 invnrs. 181, 184, 190, 0083, inv.nr. 753; Ar- chiefnr. 0001, inv.nr. 704, 0463, inv.nrs. 26 en 66; Genealogische documentatie; K.O. Meinsma, De zwarte dood. 1347-1352 (Zut- phen, 1924). O Qi f? ttiri£k

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2022 | | pagina 20