Beloningen
Het stadsbestuur neemt de conclusie van de chi
rurgijn over en gaat er van uit dat het kind ver
moord is. Roedendrager Jurriën Bolck krijgt op
dracht een proclamatie van de magistraat om
te roepen. Met zijn trompetgeschal trekt hij de
aandacht van de inwoners. Hij maakt vervolgens
bekend dat het stadsbestuur 50 goltgulden uit
looft voor degene die kan vertellen wie het kind
heeft omgebracht. De naam van de aanbrenger
zal niet bekend worden gemaakt, belooft de ma
gistraat. ‘Meld misdaad anoniem’ anno 1648. Of
de dader bekend geworden is, laat staan opge
pakt, weten we niet. In de stukken is er niets over
te vinden.
De overgeleverde informatie mag dan schraal
zijn, deze zaak heeft de mensen die er bij betrok
ken waren niet onberoerd gelaten. Dat zien we
bijvoorbeeld aan de stadsschrijvers. In de be
treffende notities duiden die het slachtoffertje
meestal zakelijk aan met ‘kint’, maar eenmaal
schrijft een klerk meelevend ‘kintien’ (kindje) en
een andere klerk schrijft een keer liefdevol ‘kin
deken’.
Een verslag van het onderzoek door de stad
schirurgijn is evenmin gevonden, als het al be
staan heeft. Zijn conclusie dat het kind vermoord
is, roept ook al vragen op. Waar is het lichaam
precies gevonden? De stadsrekening suggereert
op de oever, andere bronnen zeggen in het wa
ter. Heeft de hoofdwond inderdaad geleid tot de
dood van het kind? Of is het kind misschien ver
dronken en is het letsel post mortem ontstaan?
Met dank aan Mirjam van Velzen-Barendsen voor
haar nuttige tips en adviezen.
Verder valt op dat bijna iedere betrokkene
bij deze zaak door de magistraat wordt betaald
of beloond. Wortelman en Haen, de vinders van
het lichaampje, krijgen elk twee goltgulden
voor hun moeite. De doodgraver van het kerk
hof bij de Nieuwstadskerk krijgt twee goltgul-
den voor het begraven van het kindje. Dat zou
eerst bij de Walburgiskerk worden begraven,
maar het stadsbestuur veranderde om niet ver
melde redenen van gedachten. Hendrick Co-
ninck en Jan Pauwen, stadsvoetbodes, ontvan
gen elk een goltgulden. Wat hun rol is geweest,
wordt niet vermeld. Zelfs roedendrager Jurriën
Bolck, wiens werk het toch is om mededelingen
van het stadsbestuur om te roepen, krijgt een
goltgulden. Tenslotte krijgt de stadsvroedvrouw
(‘wijsenmoeder’)2 twee goltgulden. Ook haar rol
is niet duidelijk. Mogelijk is bij haar navraag ge
daan naar kort geleden bevallen vrouwen. Dat
zou er dan op kunnen wijzen dat het gevonden
kind nog een zuigeling was.
Onbekend
Maar identiteit en herkomst blijven onbekend.
Wie was het kind? Wie waren zijn/haar ouders?
Door wie werd het gemist? Was het wel een Zut-
phens kind? We krijgen er allemaal geen ant
woord meer op. De lezer kan zelf wel de talloze
mogelijke scenario’s bedenken die zich bij dit
drama kunnen hebben afgespeeld. De auteur
doet er verder het zwijgen toe. B
J
Bronnen
- RAZ, oud-archief Zutphen, archief-
nr. 0001:
- Inv.nr. 0012: Memorie- Resolutie
boek 1645-1648 (online versie)
- Inv.nr. 0111: Repertorium Memoriën
Resoluties 1620-1660 (online in
transcriptie)
- Inv.nr. 1200: Stadsrekening over-
rentmeester Hendrick Mentinck
1648/’49 (online versie)
- Inv.nr. 1201: idem 1649/’50 (online
versie)
Portret van
een kind op
zijn doodsbed.
Schilderij door
Bartholomeus van
der Helst, 1645.
Noten
1 Wat Jan Roeloffs
Wortelman deed
voor de kost, is
niet bekend.
2 Er waren in 1648
drie stads-‘wijsen-
moeders’: Anneke
Nijentimps (ook
geschreven als
Nijentimpes en
Nijentimmers),
Mechtelt Hid-
dincks en Elsken
Obbekinks. Om
wie het hier gaat,
weten we niet.
ZUTPHEN 75
2022 3