Arrestatie voormalig burgemeester Dijckmeester Kort na de installatie van Tesebeld werd voor malig burgemeester Dijckmeester gearresteerd. Dijckmeester had na zijn ontslag te horen ge kregen dat hij halverwege juni 1944 Gelderland moest hebben verlaten, nadat eerder Tesebeld had aangedrongen op Dijckmeesters vertrek omdat hij diens aanwezigheid en populariteit bij de Zutphense bevolking moeilijk kon verdra gen. Maar op 3 mei 1944 ging Tesebeld naar de Beauftragte voor de provincie Gelderland in Arn hem om te vragen het besluit dat Dijckmeester de provincie moest verlaten ongedaan te maken. Op dezelfde dag dat Tesebeld zich leek in te zetten voor Dijckmeester, gaf hij opdracht de ex-burgemeester te schaduwen. De achtervol gers zagen Dijckmeester het huis van de ge- meentebode Martinus binnentreden en later weer verlaten met een pak onder de arm. Tese- beld had de ambtenaren verboden contact te hebben met Dijckmeester. Martinus had eerder desgevraagd ontkend contact te hebben met Dijckmeester en gezegd daar ook geen prijs op te stellen. Tesebeld liet kapitein van politie An- nink, die tevens lid van de NSB was, een onder zoek instellen. In bijzijn van Tesebeld verhoorde vindt ons Germaansch geloof zijn belichaming in het leven zelf. Schoon is het dit Rijk te zien ge boren worden. De zin van het leven van elke nati- onaalsocialist is: deze overwinning te bevechten met het zwaard en geestelijke wapenen.’ Hoewel het van een zekere moed en vertrou wen getuigt om zo’n brochure nog in december 1944 te schrijven, toont het ook dat het Tesebeld in de laatste oorlogsmaanden aan realiteitszin ontbrak. Dit wordt verder geïllustreerd door zijn interesse in stadsontwikkeling die na de oorlog zou moeten plaatsvinden. Een deel van de plan nen ging over de door het bombardement ver oorzaakte schade, maar ook over het verbete ren van het stadsbeeld, de culturele sector en de bestrijding van vandalisme door de jeugd.13 De plannen zouden in een vergadering op 4 april 1945 besproken worden. Dit is echter nooit ge beurd omdat Zutphen in volle hevigheid strijd toneel werd. Annink Martinus, waarna deze werd vrijgelaten. Na dit verhoor volgde de aanhouding en inslui ting van Dijckmeester en vond een huiszoeking plaats door een politieman en twee landwach- ters, NSB-leden. Hierbij werden slagwapens, een sabel, een vuurwapen in een afgesloten kist ge vonden, bezwarende geschriften zoals het Wil helmus, boeken en brieven over het Koninklijk Huis en een grote hoeveelheid levensmiddelen. Dit was genoeg om tot arrestatie van Dijckmees- ter over te gaan. Uit verhoren en getuigenverklaringen na de oorlog bleek dat Dijckmeester en Martinus op goede voet met elkaar stonden. Dijckmeester was bij Martinus langs gegaan om afscheid te nemen. Martinus gaf hem toen een versie van het Wilhel mus mee als cadeau dat hoop zou geven totdat zij elkaar weer zouden zien.14 Annink verklaarde twijfels te hebben bij de arrestatie vanwege een eerdere lastercampagne door de NSB, maar stel de Dijckmeester mee te moeten nemen vanwe ge de vondst van een pistool. Annink zou geen proces-verbaal of rapport opgesteld hebben. Dit laatste is echter niet na te gaan omdat het poli tiearchief verloren is gegaan. Voor Annink stond het vast dat ‘Tesebeld de vooropgezette bedoe ling heeft gehad Dijckmeester de voet dwars te zetten’. Het tribunaal waarvoor Tesebeld zich na de oorlog moest verantwoorden achtte niet be wezen dat Tesebeld opdracht gaf voor het onder zoek tegen Dijckmeester, maar hield hem wel medeverantwoordelijk voor diens dood. 49 Dolle Dinsdag: De stoomtram, met daarin de vluchtende NSB- ers en andere Duitsgezinden, is hier stiekem gefo tografeerd vanuit de dakgoot van een huis aan de Emmerikseweg. Waarschijnlijk zat ook Tesebeld in de tram. ZUTPHEN 2022 2 ’-■SKI IHMbjLu k

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2022 | | pagina 17