Meestertekens In het werk van Wolters kennen we in ieder geval vijf verschillende meestertekens. Meestal nam een zilversmid een nieuw meesterteken als zijn stempel aan vervanging toe was. Bij de in voering van het landelijke systeem in 1807 wer den er eisen aan een stempel gesteld, waardoor de meeste goud- en zilversmeden een nieuwe stempel lieten maken. Het gildesysteem blijft bestaan tot de afschaf fing in 1798 door het Bataafse bestuur. Het duurt echter nog tot juli 1807 voordat een nieuw sys teem wordt ingevoerd. In de praktijk wordt het werk dus nog gekeurd met de gildekeuren. We weten dat het stadsbestuur op 11 januari 1799 de goud- en zilversmid Evert Willem Geverdinck heeft voorgedragen als keurmeester, maar tot 1807 is nog veel onduidelijk.12 Bij de invoering van het nieuwe keuringssys- teem in 1807, wordt Wolters op 26 juni door de landdrost van Gelderland, mr. Gerardus Wilhel mus Josephus baron van Lamsweerde, benoemd tot keurmeester van de Zutphense keurkamer. In 1810 wordt hij daarbij ook nog kashouder. Deze beide functies oefent hij uit tot dat de keurka- mer eind 1811 wordt opgeheven. Maatschappelijke werkzaamheden In het begin van de jaren ’80 van de achttiende eeuw zien we dat Wolters aspiraties heeft om zich ook maatschappelijk te manifesteren. Dat komt tot uiting als hij in 1781 gemeenslid van de stad Zutphen wordt. Het goud- en zilversme- dengilde heeft, net als elk gilde, twee zetels in het college van Gemeenslieden. Hij vervult deze taak samen met Anthony in den Bosch die al van af 1763 zitting heeft in de raad. Van wie Wolters de zetel overneemt is onbekend, voor zover we weten zat er in de voorgaande jaren geen zilver smid in het gilde naast In den Bosch. Het kan zijn dat het gilde maar één zilversmid afzond of dat er in de lijst een (tot nu toe) nog onbeken de zilversmid staat. Dit vereist nader onderzoek. Waarschijnlijk zit Wolters in het college van Ge- meenslieden tot de opheffing daarvan in 1795. Naast zijn werk als zilversmid en gemeens- man vindt Wolters nog tijd om als burger-offi- cier bij de schutterij te dienen. In 1784 heeft hij de rang van officier in de Nieuwstad-Compagnie onder Kapitein Mr. Frederik Benjamin van der Capellen tot Rijsselt, de burgemeester van Zut- phen. Wolters mede-officieren zijn Godefridus 1. 3. 1. Het oudste bekende mees terteken van Wolters, dat hij gebruikte van 1767 tot 1776. 44 ZüTPHEN 2022 2 3. Dit keur komt uit 1793, en is de enige (tot dus ver be kend) andere keur dat Wolters gebruikte in de periode 1777 1807. Het is afgeslagen op een lepel, de huidige locatie 4. Keur uit 1807. Bij de invoe ring van het nieuwe systeem werden meestertekens aan ei sen onderworpen. Dit keur met zijn nieuwe ontwerp is afgesla gen op een lepel. (HIW 1807 1809 a, Particuliere collectie) 5. Het laatste bekende keur merk van Wolters. Bekend uit het archief van de Nederland se verantwoordelijkheidste- kens sinds 1798. (5 HW 1812 d, Waarborg Holland B.V., Uniek teken nr: 56367) Dit stempel staat op een lepel uit 1771. (HIW 1771 5W, Parti culiere collectie) 2. Bij het meest iconische meesterteken van Wolters is de I boven de H en de W geplaatst. Hij gebruikte dit teken vanaf 1777 tot medio 1807. Er is echter bekend dat hij in deze tijd ook een ander keur gebruikt heeft. Dit keur is afgeslagen op een vork uit 1777. (HIW 1777 6C, Particulie re collectie) van dit voorwerp is onbekend. (HIW 1793 6T) 2. 5.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2022 | | pagina 12