A Van leerling tot meester Waar de jonge Wolters zijn opleiding tot zilver smid heeft genoten is niet te achterhalen. He laas is het archief van het Zutphens Goud- en Op 31 augustus 1813 overlijdt Hendrik Jurriën Wolters op 72-jarige leeftijd. Hij wordt begin sep tember begraven op het kerkhof van de Walbur- giskerk. Hij heeft op dat moment meer dan een halve eeuw zijn vak uitgeoefend, waarvan 48 jaar als meesterzilversmid. Zilversmedengilde verloren gegaan, waardoor er weinig bekend is over het gilde. Er zijn enkele aanwijzingen dat Wolters zijn opleiding bij een leermeester in Zutphen gevolgd heeft. Als Wolters zijn winkel aan de Turfstraat opent is hij nog jong, 24 jaar. Dit betekent dat hij zijn opleiding in een relatief korte tijd door lopen heeft. We weten van zilversmedengildes uit andere steden dat ‘inwoners van de stad’ een vakopleiding in vijf jaar kunnen doen in plaats van zes. Echter, na vijf jaar is men nog geen mees- terzilversmid. Wolters is, nadat hij vijf jaar lang Oeuvre Van de vele voorwerpen die Wolters heeft gepro duceerd zijn enkele tientallen overgeleverd. De oudste voorwerpen stammen uit 1767. Uit dat jaar is een kelk bekend, gemaakt voor de Luther se kerk te Doetinchem, een lepel met spadesteel en een potpourri. De potpourri, waar men een mengsel van geurende bloembaadjes, kruiden en/of specerijen in deed, is prachtig dun geklopt. De grote uitgezaagde vlakken hebben een zwie rig symmetrisch patroon en volgen daarmee de Lodewijk de XV-stijl. De deksel van de potpourri lijkt geïnspireerd op die van Peter Schemkes, een andere Zutphense zilversmid, die 32 jaar eerder zo’n zelfde voorwerp maakte. Een jaar later vervaardigt Wolters de theepot met bladvormige pootjes die nu in de collectie van Historisch Museum Het Burgerweeshuis in Arnhem is opgenomen. Het oudste voorwerp van Wolters in het Stedelijk Museum Zutphen is een tasbeugel uit 1772, verder bezit het museum onder andere een confiturenmandje (1776) en een tabakspot uit datzelfde jaar. Een kandelaar uit 1777, een komfoor uit 1780 en een recent ver worven zilveren spoelkom (1783) behoren even- alles heeft gedaan wat zijn leermeester wil en na het slagen voor zijn proef, leerling af en heeft dan de functie van zilversmidgezel. In deze po sitie zal hij zich een aantal jaren moeten bewij zen voordat hij zijn meesterproef voor het gilde mag doen. Dat hem dit op jonge leeftijd al is ge lukt lijkt erop te wijzen dat in Zutphen het leer- ling-gezel-meestertraject korter was dan in an dere steden. Als jongeman vertrekt Wolters naar Amster dam. In het lidmaatboek van zijn kerkgemeen schap is opgeschreven dat hij op 13 juli 1763 ver trekt uit Zutphen.6 In dezelfde maand wordt hij in Amsterdam ingeschreven in de lidmaatboe- ken.7 Wat hij precies in Amsterdam doet, is on bekend, maar het is aannemelijk dat hij bij een atelier van een gerenommeerde zilversmid aan de slag gaat om zijn vakbekwaamheid te verbe- teren.8 Dit komt vaker voor bij aankomende zil versmeden uit kleine steden. Na dertien maan den, op 22 augustus 1764 gaat hij weer terug naar Zutphen.9 recht op heeft. Hij en zijn drie meerderjarige zus sen krijgen ieder 622 gulden.4 In maart 1801 verzoekt Wolters tot de opna me van zijn oudste dochter Aleida in het Oude en Nieuwe Gasthuis voor de periode van een jaar. Zij is door ‘het misbruiken van sterke drank’ een gevaar voor zichzelf en haar huisgenoten gewor den.5 Dit verzoek wordt ingewilligd. 42 ZUTPHEN 2022 2 Een zilveren kom foor met koperen binnenbakje uit 1780, uitgevoerd in Lodewijk-XV stijl. Het ronde bakje is gevat in onderstel be staande uit drie pootjes, waarvan de uitlopende acanthusbladen het bakje dragen, afgewisseld door drie hangende vlakken met rand van voluten en drijfwerk van rozen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2022 | | pagina 10