WIE WAS TOCH... Henricus van der Bank w Literatuur - A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, Deel 2, 1854 (op www.dbnl.org) - Jacob Riemens, Jacob Nieuwen- huis, Luthers predi kant in Zutphen (2), Zutphen 2011-2. Noot 1. Schoolopziener. '...Voel Zutphensche gemeen te! Gevoel uw zwaar verlies en treur bij 't grafgesteente Steeds was uw heil zijn doel, uw zaligheid zijn vreugd Hoe ijverig wees hij u de weg naar 't pad der deugd!Hij heeft u dertig jaar gesticht met leer en leven Toen 't stoflijk deel aan 't graf, aan God zijn ziel gegeven.' Afgaande op dit rouwgedicht, ver wacht je in Zut phen op z'n minst een monumentje voor deze overledene. Maar dat is er niet. En ook is er geen straat, plein of school naar hem genoemd. Ster ker nog, het valt lang niet mee om in de archie ven bewijzen te vinden voor de geciteerde voor treffelijkheid van Henricus van der Bank. Ja, zijn naam is terug te vinden in de archieven, maar niets duidt op grote daden van blijvende bete kenis. De feiten dan maar. Henricus van der Bank wordt geboren in 1728 te Dordrecht. Hij studeert aan de Leidse universiteit godgeleerdheid en letteren, met specialisaties Oosterse taal- en let terkunde. Hij vertaalt de belangwekkende stu dies van H.C. Paulsen over de levenswijze van de Oosterse volkeren uit het Duits: Over de re gering der Oosterlingen (1760) en Egte berich ten van den Akkerbouw der Oostersche volken (1762). Driemaal wordt hij genomineerd voor een hoogleraarschap, eenmaal te Utrecht en twee maal in Harderwijk. In 1771 benoemt de Zutphense magistraat hem tot predikant van de gereformeerde ge- meente. Ook wordt hij be noemd tot scholarch1. Te genover andere gezindten toont Van der Bank zich steeds verdraagzaam. Een nieuwe Lutherse colle ga verwelkomt hij met de woorden 'Gij weet, mijn broeder, dat wij Gerefor meerden eenige voor- regten genieten, zoodat wij in de kajuit zitten, ter wijl onze vrome broeders, Lutheranen, Doopsgezin den, Remonstranten enz. een plaatsje in het ruim s mogen hebben; maar bij goede verstandhouding zetten wij de deurtjes open en leven wij broederlijk, als varende in de zelfde schuit en onder denzelfden Stuurman Henricus van der Bank blijft ongehuwd. Hij onderhoudt langdurige vriendschappen met stadgenoten als predikant-natuurvorser J.F. Martinet en Petrus de Grient Dreux, rector van de Latijnse School, en dichter van het boven staande rouwgedicht. Daarin wordt Van der Bank ook nog toegedicht geleerdheid, gods vrucht, deugd, menskunde, wijs beleid, diepden kend oordeel en onpeilbare schranderheid. Een collega-predikant karakteriseert hem als 'een man wiens vernuft, geestigheid en groote ge leerdheid men zeldzaam in éénen mensch ver- eenigd ziet'. Dertig jaren dient Henricus van der Bank zo de gereformeerde gemeente van Zutphen met stichtelijke preken, godsdienstlessen, dooptek- sten, huwelijksvoltrekkingen en grafredes. Hij overlijdt op 6 januari 1802. Rob Kammelar) 52 Zutphen Silhouette van Henricus van der Bank met het rouwgedicht door P. de Grient Dreux. Onbe kende maker, ca.1802. (M vr.AtV „M, ,V-> 'Vi 2021 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2021 | | pagina 20