'De Ramp van Zutphen
(als er geen erger komen)'
Chroniqueur Piet Dullaert legt ravage na
bombardement 14 oktober 1944 vast1
Gosse Koolstra
'Op uitdrukkelijk verlangen van vader en moeder zal ik niet meer helpen met verhuizings-
werk. Doorgeslapen tot half negen. In de zaak gewerkt. Ik kom niet tot rust.'2 Het is geen
wonder: vanaf het bombardement is Piet Dullaert, op dat moment 24 jaar oud, aan één
stuk door in de weer geweest: met het maken van foto's, met bijstand aan getroffen fami
lieleden in het rampgebied, het verhuizen van huisraad en met het werk in de zaak. Hij,
die altijd trouw de vroegmis in de St. Jan bezocht, vermeldt expliciet dat hij tot half negen
doorslaapt! Op maandag manen zijn ouders hem al te stoppen, maar op dinsdag maakt hij
toch het grote verslag dat hieronder is afgedrukt én de aantekeningen die terecht kwamen
in het door Michel Groothedde en mij zo genoemde 'oorlogsdagboek'.
Het verslag van oktober 1944 en
nog een van december daaraan
volgend werden jaren geleden
door Piet Dullaert aan Michel
overgedragen, zoals deze vaker
deed met zaken 'die anderen maar verder moes
ten brengen'. Het leek ons goed deze verslagen te
publiceren in hun originele vorm. Het is interes
sant ze te vergelijken met wat Dullaert noteer
de in zijn oorlogsdagboek. Bovendien geven ze
nadrukkelijk blijk van een - voor een 24-jarige -
uitzonderlijk grote betrokkenheid bij Zutphen
en haar bouwhistorie. Op dat gebied zijn ze een
goede aanvulling op wat er tot nu toe aan kennis
hierover bestaat.
Wat valt er op?
Allereerst de titel. Dullaert toont bijzonder wei
nig emoties in zijn dagboeknotities, maar nu
schrijft de jonge man: 'De Ramp van Zutphen'.
En direct er achteraan met gevoel voor het cres-
cendo dat de oorlogshandelingen vormen: 'als
er geen erger komen'. Dit is in lijn met tal van
observaties en analytische opmerkingen die hij
in het oorlogsdagboek maakt; het is verbazend
hoeveel inzicht hij op jonge leeftijd al had. Als
Hitler op 26 april 1942 alle macht naar zich toe
trekt en ook 'opperrechter' wordt, noteert hij
droogjes: 'Begin der noodsprongen'.3
Vervolgens de nauwkeurigheid van zijn werk.
Alles wat hij waarneemt, moet zorgvuldig wor
den geboekstaafd. Hij geeft weer wat hij zelf ge
zien heeft en wat hij van horen zeggen heeft.
Wat wel opvalt, zijn de evidente fouten die hij
maakt in zijn notities (zie de noten 7 en 8). Waar
schijnlijk heeft hij zijn waarnemingen pas thuis
genoteerd. In de aantekeningen voor het oor
logsdagboek treffen we echter vrijwel geen fou
ten aan. De herhalingen in het verslag van 17 ok
tober en in mindere mate dat van 18 december
kunnen wijzen op de emotionele toestand waar
in Piet Dullaert in deze dagen verkeerde.
46 Zutphen
Gosse Koolstra
(1953) studeerde
Nederlandse Taai
en Letterkunde
met als hoofdbijvak
geschiedenis van
de middeleeuwen
en is sinds 1994 lid
van de Werkgroep
Bouwhistorie
Zutphen. Hij was als
auteur en redacteur
betrokken bij een
aantal publicaties
van de WBHZ,
en bezorgde
samen met Michel
Groothedde
Een Zutphens
oorlogsdagboek van
Piet Dullaert.
2021 2