duidelijk: een garnizoen bestond voor maar on
geveer 60 a 70 procent uit soldaten, de rest was
niet-militaire aanhang.
Je zou denken dat uit die inkwartieringssta-
ten de complete samenstelling van een compag
nie, inclusief vrouwen en kinderen, gereconstru
eerd kan worden. Maar dat blijkt niet mogelijk.
De gegevens zijn te summier. De namen van de
ingekwartierde militairen werden meestal niet
vermeld en al helemaal werd niet genoteerd bij
welke compagnie ze dienden.
De compagnie Hittingha
Maar nu hebben we dan de monsterrol van de
compagnie van hopman Rinck van Hittingha.5
Daarop zien we nu voor het eerst hoe zo'n com
pagnie in werkelijkheid kon zijn samengesteld.
Het document is van omstreeks het jaar 1600, al
staat er geen datum op. Wie de monsterrol heeft
opgesteld, weten we niet. Misschien was het een
monstercommissaris die namens de Generali
teit de troepen in Zutphen inspecteerde? Maar
die zou waarschijnlijk eerder iets over de bewa
pening hebben genoteerd dan vrouwen en kin
deren hebben geteld. Misschien was het stads
secretaris Joost Hoselman, die in deze tijd ook
de functie van biljetteringsmeester vervulde?6
Maar waarschijnlijker nog was het de scriver van
de compagnie, die zo bij aankomst van de troep
al een complete rol aan de stadsfunctionaris be
last met inkwartiering kon overhandigen.
De monsterrol bevat 52 namen van militai
ren, voor die tijd een tamelijk kleine compagnie.
Gemiddeld telde een compagnie voetvolk toen
zo'n 100 soldaten.7 Het gaat duidelijk om een
compagnie voetknechten, want alleen de com
mandant, hopman8 Hittingha, beschikt over een
paard, twee zelfs. Rinck van Hittingha9 (*ca.1558)
was afkomstig uit Friesland, zijn compagnie was
onderdeel van het Fries-Nassause Regiment. Op
de monsterrol zijn dan ook vrij veel (maar niet
uitsluitend) typisch Friese namen te zien. Zo ko
men we bijvoorbeeld tegen Hidde Sibes, Gabbe
Lolckes, Enne Wijtses, Sipcke Fockes en nog an
deren.
Naast hopman Hittingha, telde de compag
niesstaf nog twee hoofdofficieren, de luitenant
Albert Hoernties en de vaandrig (vendrich) Loed-
T
'5VW 4^.
TrfSJu- .„.3
.Vil
4_i
-rCV~ IZ^H*flfcgl
wich Coenaerts. Verder zijn er twee onderofficie
ren, de sergeants (sariant) Hans van Oldensloo
en Minne Aernts, en twee korporaals, Jan Beernt
en Jan Hendricx. Tot de staf behoorden verder
nog de administrateur (scriver) Albert Piters, de
provoost10 (profoest) Casper van Rasfelt en de
chirurgijn (veltscherer) meester Piter, die tevens
de manschappen knipte en schoor. Een bijzon
dere positie in de compagnie hadden ook de bei
de trommelslagers Hermen Beernts en Bartel,
en de fluitist (pipper) Hans van Limboorch.
De overige 39 mannen, ook allen met naam
en toenaam vermeld, deden het echte krijgs-
werk. De monsterrol geeft jammer genoeg geen
bijzonderheden over de bewapening. We weten
dat ongeveer de helft van de manschappen pie-
kenier zal zijn geweest, de andere helft muske-
tier.11
Soldatenvrouwen en -kinderen
Maar het meest opmerkelijke dat deze monster
rol laat zien, is dat een grote meerderheid van de
52 militairen een gezin blijkt te hebben. De lijst
telt maar liefst 37 soldatenvrouwen en niet min
der dan 54 kinderen! Daarnaast hebben de drie
Zutphen 9
2021 1
Monsterrol van
de compagnie
Hittingha (eerste
blad).
rr
Jr -ï—
-f i
J. H3 C j_