a kindercrèche. Een en ander zorgt voor een inge wikkelde plattegrond. Als laatste werd van 1561 tot 1564 de Librije opgetrokken (groen). Binnenkant Al die verbouwingen hadden natuurlijk gevol gen voor het inwendige van de kerk. Op de pi laren, die nu in het gebouw stonden en de nu ontstane kooromgang scheidden, kwamen schilderingen. Voor de religieuze beleving was belangrijk dat er ruimte kwam voor het houden van een processie binnen de kerk. De nieuw bouw (rood) gaf de gelegenheid tot het aanbren gen van gewelfschilderingen. Het meest opmer kelijk is wel de zuiderzijbeuk, meer speciaal de westkant ervan. Een bekkentrekker, een gan- zenslachter, een vrouw die uitnodigend een bierpul omhoog houdt en meer van die catego rie, hebben er niet alleen mee te maken dat de gilden de bouw van dat deel hebben bekostigd. Het is ook aan de westkant van het gebouw, het meest wereldse deel van de kerk. Dat de vrouw met de bierpul, en nog een figuur daar een tekst band hebben, wijst erop dat het kunnen lezen in de 15e eeuw niet ongewoon was, anders dan veel bezoekers denken. Plafondschilderingen aan de oostkant heb ben een heel ander karakter. Aan de oostkant van het koor is Maria met kind te zien in een stralen de krans. Wel opmerkelijk aan de koorschilde ringen is het grote aantal heidenen. Naast Maria staan, behalve engelen, twee Sibillen. Bij de ene, Sibille Samia, staat op de tekstband in het La tijn: "Door een maagd zal een god-en-mens wor den opgevoed", en bij de andere, Sibille Erijthrea, staat: "Er zal een koning vanuit de hemel komen, die zal zijn in eeuwigheid". Sibillen waren hei dense waarzegsters. Door het doen van deze en dergelijke uitspraken werden zij gezien als on verdachte getuigen van de komst van het Gods rijk. Datzelfde geldt voor de vier figuren in het koorgewelf zelf: Nebukadnezar, Trismegistus, Vergilius en Mercurius Hermes. Er is daar ook een derde Sibille. De aanwezigheid van deze fi guren in het koor onderstreepte de geleerdheid van de kanunniken. In de viering zien we schilderingen over de kern van het Evangelie: (met de klok mee van- af het zuiden) de kruisafneming, de opstanding, de ontmoeting met Maria Magdalena en de he melvaart. Bij de hemelvaart staat een engel met een tekst in de volkstaal: Gotz wille ghescie. Ook in het Noordertransept eerst bijbeltaferelen en in de Credokapel de volledige Apostolische ge loofsbelijdenis met commentaren uit het Oude Testament. Aan de zuidkant van de viering over heerst de overlevering, die indertijd minstens zo belangrijk werd gevonden. Het duidelijkst is dat in de Annakapel. Daar staat in het midden Ma ria met kind en Jozef, en verder de afstamming van Maria en Jozef aan de raamkant, en aan de kerkkant afstammingsberichten tot aan St. Ser- vaas, bisschop van Maastricht. De strekking is dat, tot aan de huidige tijd toe, wij behoren tot eenzelfde geslacht. Maria's ouders zijn niet ge noemd in de bijbel, maar volgens de indertijd populaire Legenda Aurea waren dat Anna en Joachim. Schilderingen als deze zijn moeilijk te ver plaatsen, maar de kaarsenkroon (1395) en de doopvont (1527) zijn dat wel. Ze hebben nogal ge zworven door de kerk. De vont hoort in het wes ten, want niets is wereldser dan een ongedoopte. Hij staat op een kleine verhoging. Op de grond staat de simpele gelovige. Het hoogkoor, voor de kanunniken, was niet voor niets twee meter hoger dan de vloer. De kaarsenkroon heeft daar dan ook niet altijd gehangen, maar vermoedelijk in de viering boven het belangrijkste altaar. Be halve dat verdwenen hoogkoor en de verdwenen altaren is er nog heel wat over van de oude kerk. Sou iert twil. Gewelfschil dering aan de westkant in de zuiderzijbeuk. ZUTPHEN 101 2020 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2020 | | pagina 5