Utrecht ook niet door gaan, en heb ik alle geleen de werken naar hun eigenaars teruggestuurd. Zelf heb ik te weinig werk voorlopig om een ten toonstelling by u alleen te houden, het spyt me dat dit nu weer zoo laat gezegd wordt, doch het bevel uit Hoenderloo kwam ook geheel onver wacht en heel anders als afgesproken. Ik denk [met pen veranderd in 'kan'] voorlopig geen groo- te expositie te houden, maar als de expositie te Utrecht doorgaat in het voorjaar 1940 byv. wat ik wel denk, zou het met Zutphen gecombineerd kunnen worden. Daar deze expositie in Utrecht zeker wel plaats zal hebben, kunt u daar wel on geveer op rekenen." Van Hille antwoordt: "Uw bericht trof mij zeer onaangenaam. Als U weet, dat wij deze ten toonstelling als de belangrijkste van dit vereeni- gingsjaar beschouwen en dat de vereeniging de Kunstkring hierin met ons samen werkt, en zijn 300 leden zal convoceeren, zult U het begrijpe lijk vinden dat ik een ernstige poging wil doen U tot andere gedachten te brengen." Door het kleine zaaltje volstaan twaalf doeken! dat Uw schilderij "Bremmergroep" reeds naar Hoen derloo is is voor ons niet zoo erg; de Kunstkring heeft n.l. het plan om, als dit werk daar te zien is, een excursie naar het Kröller-museum te or- ganiseeren. De Heer Bremmer, die dezen winter hier een vijftal lezingen heeft gehouden, heeft genoemd schilderij zeer uitvoerig besproken, zoodat een tentoonstelling van Uw werk hier, mag ik wel zeggen, goed voorbereid is. U zult wel weten, dat het verre van gemakkelijk is goe de schilderkunst ingang bij het publiek te doen vinden; als Uw expositie nu niet door zou gaan, zou dat een buitengewoon vervelend échec zijn." Optimistisch: "Ik hoop zeer op Uw overkomst bij de opening en wacht Uw antwoord vol spanning af!" Charley begrijpt "zeer goed dat ik u allen zeer dupeer". Ze herhaalt de onaangenaamheden met het Kröller-Müllermuseum, bovendien is er werk verkocht. "Ik kan echter met u afspreken een expositie by u te houden in de loop van het volgend jaar." Hier eindigt de briefwisseling, ondanks de vasthoudendheid van Van Hille. Mogelijk ver klaard doordat 'volgend jaar' deze keer 1940 is? Aanbeveling overbodig In 1958 wijst een Pictura-lid op "Fernhout, die bovendien de nagelaten werken van zijn moe der Charley Toorop had". Van Hille schrijft, nog steeds zonder typemachine, hem op het adres van zijn moeder. "Zou U er voor voelen hier een tentoonstelling van Uw werk te houden? Zou U tevens bereid zijn enkele van Uw Moeder en Grootvader [Jan Toorop, pk] daaraan toe te voe gen? Als onze vereniging er in slagen zou een be langrijke expositie tot stand te brengen, zal het Gemeentebestuur, hopen wij, ons toestaan die te houden in de zomer van '59 in de Burgerzaal. Deze mooie, oude zaal kan ik U aanbevelen; als U haar toevallig kent, is aanbeveling overbodig." Fernhout: "Het is mij niet goed mogelijk een afspraak te maken voor een tentoonstelling in de zomer van '59. In October krijg ik n.l. weer een tentoonstelling in Amsterdam, waar ik mijn nieuwe werk voor wil reserveren. Verder moet ik U er wel op wijzen, dat ik geen werken van mijn moeder of grootvader in mijn bezit heb, helaas. U zoudt deze dus van andere bezitters moeten lenen, wat de kosten aanzienlijk zou verhogen, vrees ik." In die jaren organiseert Van Hille ook ten toonstellingen van eigen werk en van gerenom meerde kunstenaars in zijn woonhuis, 'Kunst zaal van Hille'2 Deventerweg 21, tegenwoordig Burgemeester Dijckmeesterweg. Een journalist ziet in 1978 bij Van Hille verwantschap met Bart van der Leck, Van Gogh en... "Charley Toorop (de vroege en de late)."3 B Bronnen - Tenzij anders vermeld, zijn de citaten in dit arti kel afkomstig uit de briefwisseling tussen Hubert van Hille en Charley Toorop, zoals aanwezig bij het Regionaal Archief Zutphen (archiefnr. 121, in ventarisnummers 8 en 9), dan wel uit de notulen van de jaar- en ledenvergaderingen van Pictura (inventarisnummer 5). Noten 1 Zutphensche Courant, 17 november 1938. 2 Het Parool, 19 december 1952 (www.delpher.nl). 3 De Telegraaf, 11 oktober 1973 (www.delpher.nl). Zutphen 115 2020 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2020 | | pagina 19