Een vont en een lam in 1527
Het beeldverhaal van de doopvont van
de Sint-Walburgiskerk
Aartje Bos-
Oskam
Wie kent niet de reusachtige koperen doopvont van de Sint-Walburgiskerk in Zutphen?
Tegenwoordig staat ze verloren tegen de westmuur van de zuidbeuk van de kerk, onge
poetst en ongebruikt. Dat was de eerste jaren na 1527 totaal anders. Apetrots was men op
de vont. Je kon toen niet zeggen dat je in Zutphen geweest was als je deze vont niet gezien
had. Ze vormde de schitterende finishing touch na een grote verbouwing van de kerk. De
vorm sloot helemaal aan bij wat er verder in de kerk te zien en te doen was. Wat kunnen we
daarvan nu nog herkennen?
Een torenmonstrans
an een afstand lijkt de doopvont een rijk
versierde torenmonstrans van circa vier
meter hoog, die behoorlijk intact is ge
bleven. Van dichtbij zien we dat de vont
bestaat uit een kuip in de vorm van een
miskelk en een deksel in de vorm van een
toren. Dat deksel is zo zwaar, dat het met
behulp van een kraan getild moet wor
den. De eenvoudige kraan is nog aanwe
zig maar voor het bedienen is een contra
gewicht nodig. Ooit was dat een kogel van
ruim 20 oude Zutphense ponden.1 Met
dat gewicht kon men het deksel iets hef
fen en opzij duwen, waarna men bij het
gewijde water in de vont kon komen.
Het belangrijkste sierelement van het
deksel is het dooppaviljoen. Het lijkt wat
op een hoge zonnetent waarin nog twee
van de drie figuren staan. Standaard be
staat deze figurengroep uit: vooraan
Christus, die zijn bovenkleed afgegeven
heeft om zelf gedoopt te worden, met
schuin achter hem een engelfiguur die
dat kleed over zijn armen draagt en een
derde figuur, die altijd Johannes de Do-
82 Zutphen
Aartje Bos-Oskam
is meer dan 25 jaar
gids geweest in de
Walburgiskerk en
heeft zich intensief
verdiept in de
achtergronden van
wat in die kerk te
zien is. Daarover
publiceert ze
regelmatig.
De doopvont in haar huidige staat.
2020 3