Vanuit de kelder zag ik
de seringen bloeien
Menno
Tamminga
Op 8 april 1945 is de binnenstad van Zut-
phen bevrijd. Maar voor de inwoners van De
Hoven duurde de Duitse bezetting nog zes
gevaarlijke en angstige dagen langer.
oor De Hoven was de bevrijding een beproeving.
Een nog zwaardere beproeving dan voor de rest
van Zutphen. De beschietingen op de wijk ten
westen van de IJssel beginnen al in de eerste da
gen van april 1945, als de Canadese troepen in
Leesten vechten en zij Warnsveld en Zutphen
nog niet eens bereikt hebben.
J.C. Verbeek, een kaashandelaar die op het
Hoornwerk woont en een dagboek bijhoudt,
schrijft op 3 april hoe de Canadezen de IJssel-
bruggen beschieten. "De opritten aan beide zij
den lagen steeds onder zwaar vuur. Ook aan de
overkant in De Hoven zag je stofwolk na stof
wolk van ingeslagen projectielen en vlamden de
lichtflitsen telkens op."
In De Hoven verblijft op dat moment Dick
Kapper. Zijn moeder en zijn grootmoeder zijn
om het leven gekomen bij de inslag van de V1-ra-
ket op 28 maart op de Molenbult in Warnsveld.
Zijn vader is bewusteloos geraakt. Dick Kapper
wordt met zijn jongere broer naar De Hoven ge-
evacueerd. In het boek Warnsveld 1940-1945 ver
telt hij daarover: "Vervolgens zijn we naar een
woning aan de Leestenseweg gebracht en de vol
gende dag - per koets - naar De Hoven, naar fa
milie. Door de oorlogshandelingen daar hebben
wij daar vervolgens veertien dagen en veertien
nachten in de kelder moeten doorbrengen."
Klein en groot verzet
De Hoven is een wijk met een eigen karakter.
Een wijk die bestuurlijk bij de gemeente Zut-
phen hoort, maar gescheiden is van 'de stad'
door de IJssel en de 'lange brug'. De Hoven zelf
is ook nog eens doorsneden door de spoordijk. Er
wonen en werken in die tijd een paar honderd
mensen, hoofdzakelijk fruittelers, boeren en
middenstanders. Grote gezinnen zijn geen uit
zondering. Het is een wijk met een sterk gevoel
van saamhorigheid. Met een eigen dialect. Met
hard werkende mensen die soms met moeite de
eindjes aan elkaar kunnen knopen. "Ik herin
ner me dat ik 's maandagsmorgens om drie uur
de karren hoorden ratelen over de weg," vertelt
Liesbeth ter Beek (1931). "Die karren waren van
de boeren die op weg waren naar de markt in
Apeldoorn." Ter Beek groeide op in De Hoven als
de dochter van het hoofd van de kleuterschool in
de Schoolstraat.
De Hoven is tijdens de bezetting een gemeen
schap met een rebelse geest. Verschillende Ho-
venaren voeren actief verzet tegen het Duitse
bewind en bieden hulp aan onderduikers. In de
Akkerstraat 12 verbergt de familie Hobrink vanaf
11 februari 1943 een Joodse onderduikster, Meta
Vomberg. Zij is verpleegster in een tehuis voor
verstandelijk gehandicapte Joodse kinderen in
Hilversum dat in de loop van 1942 door de Duit
sers is geconfisqueerd. Het personeel en kinde
ren zijn opgepakt, maar Meta Vomberg is het
noodlot ontsprongen. Ze is die fatale dag niet op
haar werk.
Ze komt in de Akkerstraat terecht via twee
medewerksters van de textielzaak van haar va
der op de Nieuwstad in Zutphen. Overdag ver
bergt ze zich boven in het huis, 's avonds zit ze
in de woonkamer bij het gezin: Rieka en Anton
Hobrink, hun dochter Toos en haar aanstaan
de echtgenoot Hendrik Bouwman. Ze betaalt 20
gulden per week als bijdrage in de kosten van
eten en verblijf. Dat je betaalt in de onderduik
is niet ongebruikelijk. Als het geld op is, betaalt
44 ZUTPHEN
2020 2