men. Martha Strubbe: "De mof in de watertoren opende het vuur. De Canadezen slopen achter onze tuinen door erheen. Toen verveelde het de Tommies en werd het granaatvuur geopend. On danks dat er een 25 tegenaan vlogen bleef de mof terugschieten met zijn geweer. Dus weer een 25 pats pats. Wij zochten weer ons heil in de kel der voor de scherven. Eindelijk was 't afgeloo- pen. Die zou wel niet meer leven, maar 's avonds hoorden we de moffen achter de barricade zitten schieten. De Tommies zaten in onze huizen en er werd gewaarschuwd niet buiten te komen." De basis van de watertoren wordt vrijwel weggeschoten. De toren zit vol gaten en granaat inslagen. Maar het bouwwerk blijft fier overeind. Eindelijk rustig slapen De volgende dag, zondag 8 april, trekken de Ca nadezen de binnenstad in. In de Melatensteeg staan de Joodse onderduikers Isidore Elzas en zijn vrouw Francisca voor het eerst in bijna dui zend dagen weer vrij op straat. Zij hebben onder gedoken gezeten bij het onderwijzersechtpaar Mooij. In de laatste dagen voor de bevrijding be gint Elzas, een handelaar in leer en perkament in Zutphen, een dagboek. Hij beschrijft het mo ment van hun bevrijding. Het is 8 april, kwart over 6 's ochtends. Een van de bewoners gaat uit de kelder naar boven, naar de WC. Elzas: "Daar hij mensen op straat hoort lopen, vergeet hij de boodschap en gaat even kijken. In een oogwenk is hij weer beneden met de mededeling: de Tom mies zijn er, ze lopen al op de Coehoornsingel. We vlogen allen het bed uit, waar we gekleed in lagen en renden naar boven. Inderdaad was het grote moment aangebroken. We zagen de Ca nadezen in ganzenmars marcheren. Een groep zwenkte na enige tijd de Berkelsingel af, slui pend langs de huizen, met het geweer tot schie ten gereed. Alle mensen uit de buurt waren op straat. Door de emotie had niemand er erg in dat bij de familie Mooij Joden stonden, maar al gauw kwamen buurman Potma en Westerveld ons gelukwensen met de bevrijding. Toen we ze vertelden dat we 2 jaar en 8 maanden naast hen gewoond hadden, keken ze natuurlijk gek op." De Duitsers hebben zich dan al in rubber bootjes over de IJssel teruggetrokken of vechten zich dood vanuit verschanste posities, zoals in de Wijnhuistoren. In die toren was toen het mu seum van Zutphen gevestigd. Als de Duitsers be ginnen te schieten, reageren de Canadezen met een van hun vervaarlijkste wapens. Gemeen te-ambtenaar Wim de Jong schrijft in zijn dag boek: "Om 17.00 uur grote brand in de stad. Het bleek het Wijnhuis te zijn. Er zaten nog moffen in de Wijnhuistoren. Vlammenwerper er op. 5 moffen verkoold. Wijnhuis brandde uit. Ook Drogenapstoren beschoten vanwege moffenge- spuis er in. Foto's genomen. Om 23.00 uur naar bed in kelder. Rustig geslapen." B Literatuur en bronnen - Bornkrant, extra editie (2010). - Jo Holleman, Oorlogsdagboek van tante Jo (2015). - Dagboek Marius ten Raa, via www. noordhollandsarchief.nl. - Dagboek Martha Strubbe. Te lezen via www. geheugenvannederland.nl en, in verrijkte vorm, via www.stolpersteinezutphen.nl. - Dagboeken Van der Veen (ziekenhuis), Hogen- kamp (Frans Halslaan), Verhoef (Schimmelpen- nincklaan), Karssenberg (Frans Halslaan), Elzas (Melatensteeg), Verbeek (Hoornwerk), (RAZ 0263, inv.nrs. 18, 22, 29, 40, 41, 42, 55). - Dagboek Antoon Denkers, collectie Henk Mulder. - Dagboek Wim de Jong, collectie Jan Kreijenbroek - Clara Eggink, Leven met J.C.Bloem (1976). ZUTPHEN 43 Blije burgers, lachende Cana dezen. De foto is gemaakt is op de (toenmalige) Mestweg/Bui- tensingel. Op de achtergrond de rookwolken van de Slag om Zut- phen. 2020 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2020 | | pagina 11