Groenlo met de klacht dat men veren van een
kikker wil plukken; Groenlo was bijna een encla
ve, maar bij de andere stedekes zal het niet veel
anders geweest zijn. De Bourgondiërs hebben de
faam van het vieren van een rijk leven achter ge
laten. Zoiets kost wat, en in de brieven kunnen
we zien waar dat geld vandaan kwam.
Oorlogsschatting
Bovenstaande brieven en afschriften dateren
van 1473, het jaar waarin Karel de Stoute zich
meester maakte van Gelre. Uit de jaren daarna is
minder overgebleven. Er is een brief uit 1474 met
de opdracht aan de gedeputeerden van Zutphen
om naar Nijmegen te komen om vast te stellen
hoe het staat met de inning van de oorlogsschat
ting.
Op 5 januari 1477 sneuvelde Karel de Stoute.
Adolf, zoon van hertog Arnold, werd alsnog her
tog van Gelre. De eerste brief van hem in het RAZ
is van 4 maart 1477.9 Dat is een verzoek om hulp
van gelde myt lenynge. Dus geen bevel, geen schat
ting, maar een verzoek om een lening. Zutphen
was terughoudend. Dat blijkt uit een brief van 23
april.10 Adolf had geen antwoord gekregen, en hij
had het geld hard nodig. De toon is op het dee
moedige af, en dat is een verschil met de vorige
heerser, maar duidelijk is dat gnedige heren,
vriend of vijand eigenlijk chique bedelaars zijn. B
Literatuur en bronnen
- W.J. Alberts, De Staten van Gelre en Zutphen tot1459,
Groningen 1950.
- Petra Ehm, 'De oppermachtige buurman; Gelre en
Bourgondië onder Philips de Goede en Karel de
Stoute', in: I.D. Jacobs, (ed.), Het hertogdom Gelre;
Geschiedenis, kunst en cultuur tussen Maas, Rijn en
IJssel, Utrecht 2003.
- Irmgard Hantsche, Geldern-Atlas; Karten und Texte
zur Geschichte eines Territoriums, Geldern 2003.
- W. Jappe Alberts, De Staten van Gelre en Zutphen
(1459-1492), Groningen 1956.
- Jan Kuys, Drostambt en Schoutambt. De Gelderse
ambtsorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca.
1200-1543), Hilversum 1994.
- Johanna Maris, 'De Raadkamers of Hoven van
Karel den Stoute in Gelre en Zutphen, 1473-1477.'
in: Bijdragen en Mededelingen der Vereniging Gelre,
deel LVI, (1957), pp. 45-123.
Oude brieven en hun
achtergronden
- Is. An. Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de Geschie
denis van Gelderland, Vijfde deel, De Bourgondische
Heerschappij, Arnhem 1851 (Google Books).
- Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het
oud-archief van de stad Zutphen (1206-1815),
toegangsnr. 0001, inv.nr. 202 en 205.
- Gelders Archief, Graven en hertogen van Gelre,
graven van Zutphen, toegangsnr. 0001, inv.nr. 794.
- Arend van Slichtenhorst, Alle deXIV Boeken van de
Geldersche Geschiedenissen, Arnhem, 1654.
- R.W. Tadama, Geschiedenis der stad Zutphen van de
vroegste tijden tot 1795, Schiedam 1976.
Eindnoten
1 Verreweg de meeste brieven zijn te vinden in het
Oud Archief Zutphen onder inv. nr. 202. Dat zijn
brieven, gedateerd in 1473. Die brieven zijn ge
scand en die scans zijn genummerd. Als een brief
in de tekst wordt geciteerd, staat het nummer
tussen vierkante haken. Zo kan elke liefhebber
zelf lezen wat men in die tijd te lezen kreeg.
2 Hoogste vertegenwoordiger van de hertog tussen
Rijn en IJssel. zie Kuys p. 82, 177-180.
3 Alberts II, 89.
4 http://www.historiezutphen.nl/images/torens/
set_Bourgonjetoren.pdf.
5 Slichtenhorst p. 270, §122.
6 NL-ZuRAZ, OAZ, inv. nr. 750 en Nijhoff V, Oorkon
de 53.
7 Gelders Archief, 0001 Graven en hertogen van
Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 794, scan 42.
8 Zie Maris, p. 47 en 122.
9 NL-ZuRAZ, OAZ, inv. nr 205, scan 3.
10 NL-ZuRAZ, OAZ, inv. nr 205, scan 5.
Zutphen 7
Een clubje, bestaande uit Jeanette Bakker,
Joost Dijksman, Jan Frings, Annie Nijenhuis,
Rob Kammelar en Dineke van Krimpen heeft,
sterk gesteund door Aa^e Groustra, brieven
uit de 15e eeuw, die liggen in het RAZ, ge
transcribeerd. Bijgaand verhaal is gebaseerd
op een aantal van die brieven. Dat Aa^e zo
veel wist van de diverse betrokkenen, alsof
ze die een week geleden nog had gesproken,
maakte dat het transcriberen meer werd dan
ontcijferen. Zonder haar had dit verhaal niet
geschreven kunnen worden.
2020 1