De Pickers komen
De Bourgondische Bezetting van de
Graafschap Zutphen in brieven
Vanuit Groenlo kwam van de Burgemeester, Schepenen en Raad een brief naar hun colle
ga's in Zutphen met het dringende verzoek onsse armoede aen tho willen sien.[51]1 Dat was 31
oktober 1473. Wat eerder, in augustus, was er al net zo'n noodkreet naar Zutphen gestuurd.
Waarom schreef men die brieven? Wat was er aan de hand?
iet alleen Groenlo en Zutphen,
het hele hertogdom Gelre leed
onder de Bourgondische bezet
ting. In de loop van 1473 werd
Gelre ingenomen door hertog
Karel de Stoute (1433-1477). Dat was het gevolg
van een overeenkomst tussen de vorige hertog
van Gelre, Arnold, en deze Karel. In 1472 had her
tog Arnold 300.000 Rijnse guldens geleend van
hertog Karel, met als onderpand zijn hertogdom.
De edelen en steden van de vier kwartieren van
Gelre, die tezamen de Gelderse Staten vormden,
waren niet betrokken geweest bij deze overeen
komst. Sterker nog, bij zijn aantreden als hertog
in 1423 had Arnold hen plechtig moeten beloven
dergelijke verstrekkende acties niet te doen zon
der toestemming van de Staten. Die weigerden
dan ook die overeenkomst te erkennen. Maar
toen Arnold op 23 februari 1473 stierf zonder
dat geld te hebben terugbetaald, bleek dat Ka-
rel geen boodschap aan die Staten had. Hij eiste
Gelre op. Dat werd oorlog.
De grote lijnen van die oorlog en de daarop
volgende Bourgondische bezetting staan be
schreven in diverse geschiedenisboeken, oudere
literatuur zoals Slichtenhorst, Nijhoff, Tadama,
maar ook recentere als Alberts en Ehm. Dit arti
kel beperkt zich tot enkele punten, op grond van
brieven uit die tijd, of afschriften daarvan, be
waard in het Regionaal Archief Zutphen, zoals
de hierboven genoemde. Wat kreeg het stadsbe
stuur van Zutphen onder ogen?
Zutphen-
Zeveh^*->- t?°etinche?''f'
IrT MÜNSTJER
Schynnen, rove en brande
Begin maart 1473 besloten de drie kwartieren
Nijmegen, Zutphen en Arnhem maatregelen te
nemen; het vierde kwartier, Roermond, werd
dermate door Karel de Stoute bedreigd dat afge
vaardigden niet durfden te reizen. In de notulen
van deze vergadering of dagvaart (dachffart), ge
dateerd 11 maart 1473 [9, 10] staat dat de Staten
van de drie kwartieren willen dat wordt opgetre
den tegen hen die het land "mit schynnen, rove,
brande" willen ontregelen. Men wil voor geza
menlijke rekening ruiters aanwerven. Er staat
precies beschreven hoeveel ruiters elke stad en
elk dorp moest leveren. Voor Zutphen en omge
ving was dat: de stad Zutphen vijf, Groll, Lochem,
Doetinchem, Doesborch elk een. Verder de dor
pen Hengelo, Zelhem etc. elk een. Ook de verde
ling van de defensiebijdragen werd omschreven.
Kortom men wapende zich.
Dat dat niet voor niets was, blijkt uit een brief
van de prior van het klooster te Windesheim.[19]
Jan Frings
Deventer
J"
Arnheim A
V
h*# Lochem\
h r%.
w e
X iJ
T w e n t h e
Berfe/t
'W
'Borculo i
len
- Quartier Groenlo gp f J- f
Arnhem (cXf! C h a f t f
Zutphen,' Bredevoprt
Geridt ËltGn
Emmeüch Bocholt Z„.
gen
Jan Frings is lid van
een gezelschap
dat archiefstukken
transcribeert en is
redactielid van het
tijdschrift Zutphen.
De geïsoleerde
ligging van
Groenlo.
ZUTPHEN 3
2020 1