dige gemor op. In het jaarverslag over 1917 van de Bakkerspatroonsvereeniging Zutphen e.o. lezen we: We kregen op 5 februari het bonnenstel sel. wat staat ons heeren nu nog te wach ten aangaande de broodkaarten. Wel een bewijs dat het bestaan voor de gansche bakkerij steeds zorgelijker zal worden. We hadden weinig steun van ons gemeentebestuur."4 De broodregeling legde aan de bakker een nauwkeurige administratie op, niet alleen van de verkoop van brood aan elk van zijn klanten afzonderlijk, maar ook van de inkoop van meel en andere grondstoffen om dat brood mee te bakken. De bakker kreeg namelijk precies zo veel toegewezen als hij nodig had voor zijn klanten. Zijn bestelling moest hij onderbouwen met de bij hem ingeleverde broodbonnen. Elke week weer opnieuw. En dan hebben we het ver der niet over de steenkool of turf om zijn oven mee te stoken, en over gas, olie of kaarsen om zijn bakkerij en winkel te verlichten etc. Een niet nader aangeduide burgemeester elders in het land leefde met de bakkers mee, en licht te in De Telegraaf een tipje van de bureaucra tische sluier op. De Zutphensche Courant nam dat bericht over.5 "Zijn huis lijkt wel een groothandel in papier" karakteriseerde deze burgemeester de bakkers woning. "Veertien soorten verzamelbladen en vijf soorten verzamelstaten moet hij er op na houden. Hij heeft een verzamelblad om te be plakken met uitsluitend W-bons van 50 gram, teneinde daarop inlandsche tarwebloem te be komen. Een dito om te beplakken met W-bons van 50 gram voor Amerikaansche bloem; een dito om er rogge voor zoet roggebloem op te krij gen. Deze drie soorten heeft hij ook om ze te be plakken met W-bons van 100, 200 en 250 gram. Dat zijn dus twaalf soorten. Daarnaast heeft hij een verzamelblad om te beplakken met R-bons van vier ons om er rogge voor grof roggebrood op te verkrijgen, en een om met B-bons van vier ons voor ongebuild meel te beplakken. Daarbij voegen zich dan vijf soorten verzamel- staten, die de door de bakkers aan de gemeen tebesturen te zenden verzamelbladen moeten begeleiden. Er is een staat ter begeleiding van W-bons voor inlandsche bloem, een dito ter begeleiding van W-bons voor Amerikaansche bloem, een dito ter begeleiding van W-bons voor rogge voor zoet roggebrood. Er is een staat die bij de B-bons-bladen behoort, en een staat die met de bladen met R-bons meegaat. De onderste helft der verzamelstaten dient als bestelkaart, die, na door het gemeentebe stuur gewaarmerkt te zijn, aan de belangheb bende bakker of winkelier wordt uitgereikt en door deze wordt toegezonden aan hem, die de bestelling zal uitvoeren.6 Dat zijn dus vijf soor ten bestelkaarten. Er is nog een ander stel van vijf soorten bestelkaarten, als ik inmiddels de tel niet ben kwijtgeraakt", besloot de bezorgde bur gemeester. Broodkaarten En dat was dan nog maar de 'bestelkant'. Hoe ging het aan de 'verkoopkant'? Op 2 januari 1917 hadden B. en W. van Warnsveld op basis van de departementale richtlijnen de gemeentelijke werkwijze voor de broodrantsoenering vastge- steld.7 Vervolgens liet burgemeester baron Van Nagell de bakkers uit zijn gemeente op maandag 8 januari naar het gemeentehuis komen. Daar kregen ze van 'deskundige' J. Rutgers - vier we ken voor invoering van de rantsoenering - tekst en uitleg over de nieuwe regeling.8 Vanaf 5 februari zou brood nog uitsluitend verstrekt worden aan personen die over een broodkaart beschikten. Hoe kreeg je zo'n kaart? Die moest het gezinshoofd met een speciaal for mulier aanvragen bij het gemeentebestuur voor elk van zijn gezinsleden (als ze ouder dan een jaar waren). Voor elk gezinslid een kaart voor witbrood, een kaart voor bruinbrood en/of een kaart voor roggebrood. Die aanvraagformulieren haalde hij bij zijn bakker. En als die geen win kel had, maar alleen aan huis bezorgde, moest de bakker die aanvraagformulieren meebren gen. De ingevulde aanvraagformulieren gingen - weer via de bakker - terug naar het gemeen tebestuur. Na controle werden de broodkaarten - alweer via de bakker - verstrekt aan de klan ten. In Warnsveld werden de broodkaarten voor vier opeenvolgende periodes tegelijk verstrekt. Elke vier weken moesten de bakkers deze kaar- tenexercitie dus herhalen. Zutphen 17 O O Seino Anne Karel baron van Nagell was burgemees ter van Warnsveld van 1889 tot 1923. 2020 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2020 | | pagina 17