DE BROODKAARTEN
Mijn hemel, mijn hemel, wat eeil gezeur.
Van bakker word ik nu administrateur.
Voor Vaderland en Vorst voer ik administratie
En word ik krankzinnig tot heil van de natie.
slaan. Al in de loop van 1916 zag de regering zich
genoodzaakt hier een distributiesysteem in te
voeren. Dat betekende in feite opheffing van de
vrije markt voor steeds meer dagelijkse levens
behoeften. De regering bepaalde welke goederen
wanneer en waar aangekocht en verkocht moch
ten worden en tegen welke prijs. Opslag en ver
voer van distributiegoederen zonder vergunning
werd als smokkelarij bestempeld en buitenge
woon zwaar bestraft. Ondanks enorm veel kri
tiek op het regeringsbeleid vanuit de bevolking,
schikte men zich morrend. Er was geen andere
keus.
Maar het zou nog slechter worden. De aan
voer van overzee werd steeds moeilijker, door
dat Duitsland de duikbotenoorlog steeds ver
der uitbreidde. Ook koopvaardijschepen werden
doelwit. Zelfs schepen die onder neutrale vlag
voeren, met vermoedelijke koers Engeland of
Frankrijk, werden tot zinken gebracht. Dat daar
ook schepen met bestemming Nederland bij wa
ren, deerde de Duitsers niet. De toestand in ons
land werd nijpend. Vooral de aanvoer van graan
en steenkool stokte. De regering zag geen ande
re uitweg dan naast de distributie ook nog rant-
soenering van dagelijkse levensbehoeften in te
voeren.
De broodregeling
De rantsoenering van brood zou op 5 februari
1917 ingaan. Iedereen had vanaf die datum recht
op maximaal 400 gram brood per dag. Dat brood
kon alleen gekocht worden op vertoon van een
broodkaart en met inlevering van broodbonnen.
De broodregeling stuitte op enorm veel weer
stand. Uiteraard vanuit de bevolking, die ech
ter pas de volle zwaarte van de regeling besefte
toen ze eenmaal op rantsoen gesteld was. Maar
de eerste protesten kwamen uit de bakkerswe
reld. Broodfabrieken, coöperatieve bakkerijen,
bakkerspatroons, bakkersgezellen, broodverko
pers, broodventers en broodbezorgers uit het
hele land protesteerden in alle toonaarden. Elke
groep had zo zijn eigen problemen met de brood
regeling. Ook de Zutphense bakkers waren er al
lerminst over te spreken. Pas op 19 januari - ze
ventien dagen voor de invoering van de regeling
- werd hen door de directeur van het gemeente
lijke distributiebureau medegedeeld wat er van
hen verwacht werd.3 Ook hier leverde dat het no-
Spotprent op de
broodregeling.
Ansichtkaart uit
1917.
16 ZUTPHEN
2020 1