■r &Qit tyfh ment kunnen zijn. Na 1814 werd de familie Van Goltstein opgenomen in de Nederlandse adel met een wapen, dat compleet met alle heraldi sche toeters en bellen werd omschreven als "ge- dwarsbalkt van acht stukken, goud en blauw. Een aanziende helm; een kroon van drie blade ren en tweemaal drie parels; dekkleden goud en blauw; helmteken: twee olifantstrompen vol gens het schild; schildhouders: twee aanziende gouden leeuwen, rood getongd; het geheel ge plaatst op een groen voetstuk."3 Familie Goltstein Stamvader Johan Goltstein (Hertogdom Gu- lick 1471 - Zutphen 4 februari 1544) was een krijgsheer van Karel van Gelre, stadhouder van de hertog in Dokkum, burggraaf van Nijmegen, schepen van Zutphen en dus ook actief in onze streken. Sophia van Goltstein, dochter van Jo- han, was vrouwe van Suyrhuysen (Suideras). Via haar kwam dit goed aan Boshoff.4 Reconstructie van de steen Henk Demoed geeft in zijn artikel verder aan hoe de wapenschilden van de stamvaders en -moeders op heraldisch juiste wijze rond de cen trale cartouche van de overleden Hendrik Bos hoff tot Suideras geordend moeten zijn geweest. (zie kader hieronder) Deze ordening maakt het mogelijk om de po sitie van het fragment ten opzichte van het res- tant van de steen te bepalen en zo een partiële reconstructie van deze grafsteen te maken. Het blijkt een bijzonder grote grafsteen, 143 x 228 cm, te zijn geweest, waarschijnlijk bestemd voor een grafkelder. De dikte van de steen (19 cm) duidt erop, dat hij rustte op de muren van de grafkel der en dat deze niet zoals gebruikelijk met een gewelfje overdekt werd, waarop dan zand lag met een steen van normale dikte (ca. 10 cm). Het is moeilijk voorstelbaar, dat een belangrijke fa milie in zo'n situatie en bij zo'n rijk bewerkte steen genoegen nam met een steen in twee de len. Hardsteen was bovendien een materiaal dat destijds in Nederland ruim voorhanden was en in allerlei verschillende kwaliteiten. Een gave steen van een flink formaat moet niet moeilijk te vinden zijn geweest. Hij zal om welke reden dan ook op enig moment (in de Franse tijd?) in twee stukken zijn gedeeld.5 Het einde van het graf en de steen Al in de zeventiende eeuw gingen in verschil lende Europese steden stemmen op tegen het begraven in de kerken, op en per decreet van 12 juni 1804 werd het door Napoleon verboden. Dat besluit werd na het inlijven van het Koninkrijk Holland ook hier van kracht tot het na de Fran se tijd bij besluit van 22 augustus 1827 definitief per 1 januari 1829 verboden werd om in kerken te begraven. Daarmee gingen eigendomsrechten op bestaande graven in kerken niet automatisch verloren. Het was aan de kerkvoogdijen hoe daarmee om te gaan. De kerkenraad in Warns- veld verzocht haar leden in maart 1828 zich te melden wanneer zij een graf hadden op het kerkhof of in de kerk.6 Dit verzoek werd gedaan op instructie van de burgemeester van Warns- veld; die waarschijnlijk handelde in de aanloop van de aangepaste wetgeving en alvast een lijst wilde voor de mogelijke schadeloosstellingen. De kerkenraad stuurt de burgemeester vervol gens een overzicht van de rechthebbenden: Hendrik Boshoff Cartouche van Hendrik Rogier van Leefdael Johan van Goltstein Boshoff tot Suideras Jan van Schoonhoven Christina Berck Anna van Gavre Henrica van Baeck Barbara van der Elst 100 Zutphen Opmeting van de ornamenten op beide delen van de grafsteen. Maten in cen timeters. Het handwerk van de steenhouwer zorgt vanzelf sprekend voor kleine maatver- schillen. Wapen van het geslacht Golt- steyn zoals afgebeeld in het Wapenboek van de familie van Rhemen. Ordening wapen schilden rond de centrale cartou che. 2019 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2019 | | pagina 4