iets te lachen moest zijn in zo'n ernstige omge ving als de Librije. Ook hier verschaft Verberck- moes raad. Zowel Erasmus als Van Baerland6 waren van mening dat onophoudelijk studeren leidt tot droefheid. En wat helpt daar beter te gen dan humor? Een relativerende vrolijke noot in een ernstige omgeving. Maar wel helemaal aan de westkant van de meest westelijke pilaar; de Librije is doordrenkt van het Oost-West-den- ken.7 Dus aan de noordkant, waar nooit de zon komt, een karikatuur van een boze man, en zuid en west wat bloemen. Volledigheidshalve: niet lang daarna, sinds het Concilie van Trente (1564), werd lachen vaak, vooral bij veel religieuze aangelegenheden, on gepast geacht. En nog even later werd ook Rabe lais op de index gezet; 8 te veel lachen, te veel on dermijning. Maar toen waren de wildeman en ons vrouwtje er al. Zo zijn we terug waar Buijs in 1986 begon toen hij commentaar gaf op een tekst over datzelfde vrouwtje. Ter Kuile had geschreven, schreef Buijs, over 'een burleske voorstelling op één der zuilen'. Burlesk betekent plat, ruw komisch, ge chargeerd komisch; dat had Buijs nagekeken. In feite had Ter Kuile geschreven dat er onder de 'reliëfvoorstellingen ook burleske (voorko- men)'.9 Tot nu toe lijkt het erop dat ons blote vrouwtje (met die boze man naast haar) nogal eenzaam zijn. Wilhelm de Beldesnyder trok zeer waarschijnlijk rond op zoek naar werk.10 Is hij elders door ander werk geïnspireerd? Kwam hij zelf en in Zutphen op dit idee? Er zit weinig an ders op dan eens goed rond te kijken naar verge lijkbare 'belden' uit die tijd. B Geraadpleegde literatuur - J0rgen Andersen, The witch on the wall; medieval erotic sculpture in the British Isles. London, 1977. - Wiert Berghuis, 'Een scabreuze sculptuur in Ten Boer', Groninger Kerken, 29 2012) nr. 3, p.50. - Buijs, W.J. 'Een burleske voorstelling op een van de zuilen in de Librije'. Zutphen 5 (1986) nr. 1, p.17. - Henk Demoed, 'Burleske voorstellingen in de librije', Zutphen 5 (1986) p. 111. - H.A.C. Fermin, 'De Apenstert. Huizen, straten en scheepsresten uit de 13e eeuw aan het Broederen kerkplein in Zutphen', Zutphense Archeologische Publicaties 94. (2014). - Jan Frings, 'Dat is Delila niet', Zutphen 29 (2010) nr.4, p.107. - Renaat Gaspar, 'De pilaarvoorstellingen in de Librije opnieuw geïnterpreteerd, I Twee mannen en twee vrouwen', Zutphen 32 (2013) nr. 3, p. 67. - Renaat Gaspar, 'De pilaarvoorstellingen in de Librije opnieuw geïnterpreteerd, II De burlesken', Zutphen 32 (2013) nr.4, p. 109. - E.H. ter Kuile, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel IV de provincie Gelder land, Tweede stuk: 'Het Kwartier van Zutfen', Den Haag, 1958. - Frangois Rabelais, Gargantua en Pantagruel, uit het Frans vertaald door J.A.Sandfort. Amsterdam, 1956. - Ewoud Sanders, 'Vrouwenpraat' NRC, 27 septem ber 2017. - Rolf Toman, (ed.), Romaanse Kunst (oorspronkelij ke titel Romanik). Keulen, 1996. - Johan Verberckmoes, Schertsen, schimpen en scha teren; geschiedenis van het lachen in de Zuidelijke Nederlanden, zestiende en zeventiende eeuw, Nijme gen, 1998. - A. Weir, J. Jerman, Images of Lust. Sexual carvings on medieval churches, Batsford, 1986. Noten 1 Zie Berghuis p. 50. 2 Duidelijk als je ervoor staat, maar op een foto moeilijk te zien. 3 Zie b.v. Toman, p. 343. 4 Ewoud Sanders. 5 Zie Verberckmoes p. 121. 6 Zie Verberckmoes p. 109. Adriaan van Baarland (1486-1538) hoogleraar Latijn te Leuven. Hij verza melde moppen. 7 Zie Frings p. 108. 8 Zie Verberckmoes p. 186. 9 Zie Ter Kuile p. 228 10 Zie Gaspard I. ZUTPHEN 107 2019 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2019 | | pagina 11