gen in middeleeuwse steden dikwijls met stro
of houten dakspanen gedekt waren, was het
brandgevaar groot. Na enkele grote stadsbran
den vaardigden de overheden dan ook keuren
uit om deze zogeheten 'weke daken' uit de stad
te weren. De oudste keuren in Zutphen dateren
uit de vroege veertiende eeuw, maar daarin wor
den hooibergen nog niet genoemd.2 Een keur uit
1548 is de eerste die voorschrijft dat men van
nu vortan in die voerstede, als die Laerpoirte ind
Hospitailspoirte, giene huse offte barge [berg]
mit enigerlei weeck dack noch docken [houten
dakspanen] gedeckt hebben noch halden sall.3
Deze keur gaat alleen over De Polsbroek, waren
er toen geen hooibergen in de rest van de stad?
Op een kaart uit 1639 van Nicolaes van Geel-
kercken staan twee bergen getekend, eveneens
in De Polsbroek. De ene berg was te vinden aan
de Laarstraat, de andere aan de Spittaalstraat.
Hoewel wat betreft de minder belangrijke be
bouwing deze kaart als niet geheel betrouwbaar
gezien wordt,4 is het toch opmerkelijk dat de te
kenaar de moeite heeft genomen twee bergen in
te tekenen. Of het fantasie is van de tekenaar of
dat er ook in de zeventiende eeuw een praktijk
van gedogen bestond kan alleen archeologisch
onderzoek uitwijzen.
In 1747 werd er toestemming verleend een
hooiberg op de Houtmarkt te zetten: Aan R. His-
sink, ad revocationem geaccordeert 't zetten van een
hooijberg op de zogenaamde Houtmarkt.5 Als men
hiermee een echte hooiberg bedoelde, met rie
ten of strooien kap, werden de regels kennelijk
nog steeds niet zo streng nageleefd. Ook in 1832,
bij de invoering van het kadaster, blijken er ber
gen in de stad te staan, wederom in de Halve
maanstraat (op een perceel naast dat van boven
genoemde bergen), maar ook in de Kuiperstraat,
op een perceel ter hoogte van het huidige num
mer 50.6 Toch waren ook zo'n veertig jaar gele
den nog alle bergen en rieten daken verboden in
de stad, volgens een oud-brandweerman.
Bergen buiten de stad
Om de zojuist genoemde redenen, maar ook uit
praktisch oogpunt had men groepjes bergen
buiten de oude stad. Van een aantal groepjes is
bekend waar ze gestaan hebben. De gemeente
verplichtte de boeren ze bij elkaar te zetten op
een stukje grond van de stad, waar dan pacht
voor betaald diende te worden. De reden voor
het vormen van groepjes kennen we niet. Bij
akkergronden die verpacht werden was het bij
een wisseling van pachter wellicht onhandig
om de bergen op de akker zelf te hebben staan,
bovendien kostte dat grond. Het was dan waar
schijnlijk praktischer ze op een hoekje grond,
misschien van slechtere kwaliteit, bij elkaar te
zetten.
Wat is er bekend over deze groepjes? Een aan-
36 ZUTPHEN
Een detail uit een
foto van de Linie
ofwel Envelop
pe van Hooff
uit 1905, met
daarop zichtbaar
twee eenroedi-
ge bergen, ook
wel parapluutjes
geheten, en een
mijt.
2019 2