'Bergen' van boeren,
burgers en buitenlui
In de steden van nu is er op het eerste gezicht weinig meer dat ons herinnert aan de tijden
dat er nog boeren in de stad woonden en velen voor hun vervoer afhankelijk waren van
paarden. Zutphen is daar geen uitzondering op. Toch is het nog niet zo lang geleden dat er
nog boerenbedrijven met hun vee in de stad gevestigd waren en diverse instellingen zoals
het garnizoen en de gasthuizen, alsmede bewoners in het bezit waren van paarden. Al deze
dieren moesten gestald en gevoederd worden. Voor het hiervoor benodigde hooi en graan
was opslag nodig. Ook voor de bevolking zelf maakten granen deel uit van de voeding.
l dat hooi en graan
moest worden op
geslagen. Daarbij
moet onderscheid
ge maakt worden
tussen enerzijds bulkopslag in de
vorm van hooi- en zaadbergen (deze
laatste voor de opslag van ongedorst
graan) dan wel mijten en anderzijds
opslag van kleinere hoeveelheden
in boerderij of schuur voor het di
rect voederen van dieren gedurende
kortere tijd. Dit artikel behandelt de
eerstgenoemde vorm van opslag.
Termen
Hooi- en zaadbergen zijn bouwwerk
jes, bestaande uit een of meer palen
(roeden geheten), met een in hoogte
verstelbaar dak of kap. Als niet be
kend is of er hooi of graan in bewaard
wordt of een combinatie daarvan,
spreken we kortweg van berg. De term
mijten gebruiken we in deze tekst
voor zorgvuldig opgestapelde massa's
hooi of ongedorst graan, zonder palen
en zonder dak. Dit artikel is geschre
ven aan de hand van archiefonder
zoek en gesprekken met informanten
zoals voormalige stadsboeren.
Suzan Jurgens
Bergen in de stad
De oudste aanwijzingen voor de aan
wezigheid van bergen in de oude stad
van Zutphen zijn gevonden tijdens
archeologische opgravingen in de
Halvemaanstraat, in De Polsbroek.
Daar kwamen paalsporen (verkleu
ringen van de grond waar palen heb
ben gestaan) aan het licht van een
of twee hooi- of zaadbergen, waar
schijnlijk uit de veertiende eeuw.1
Omdat hooi- en zaadbergen in die
tijd strooien daken hadden en boven
dien met sterk brandbare producten
gevuld konden zijn en omdat ook de
daken van de (deels) houten wonin-
Suzan Jurgens
is historisch
geograaf met
bouwhistorische
interesse en doet al
vele jaren in binnen-
en buitenland
onderzoek naar
hooibergen en hun
geschiedenis. Zij
besteedt daarbij
aandacht aan
regionale verschillen
in constructie,
gebruik en
benamingen.
Detail van de
Stadsplattegrond
van J. Blaeu uit
1649. Hij teken
de deze kaart
naar voorbeeld
van een kaart
van Nicolaes van
Geelkercken.
Van onder naar
boven loopt de
Laarstraat; links
de Melatensteeg.
Achter een van
de huizen aan
de rechterzijde
van de Laarstraat
is een hooiberg
afgebeeld.
ZUTPHEN 35
2019 2