Onse weemoedige ende droefflicke claegen Vijf ellendige jaren in Zutphen, 1572-1577 Op 13 september 1576 stuurt een, niet met name genoemde, inwoner van Zutphen een brandbrief aan de leden van de Gelderse raad. Hij beschrijft daarin de ellende die in de stad heerst. Deze brief is één van de 277 brieven, die Sjoerd Galema, Melia Kooij-van der Leur en ondergetekende, vrijwilligers van het Regionaal Archief Zutphen, inmiddels hebben ge transcribeerd en samengevat.1 Het zijn brieven die het Zutphens bestuur (dat leiding geeft aan de stad, aan het graafschap en aan het Kwartier Zutphen) ontvangt en minuten van brieven die ditzelfde bestuur schrijft. Vrij hertaald luidt de Zutphense brandbrief als volgt: Ria Gresnigt Geachte heren van de Gelderse raad, Op ons weemoedig en droevig klagen is tot nu toe niets an ders dan meer ellende gevolgd. Ondanks het feit dat we de hier gelegerde troepen niet kunnen onderhouden, heeft ka pitein Vasquez gisteren opnieuw een vendel2 soldaten bin nengelaten, waaronder vele zieken, vrouwen en kinderen. Dit tot schade van onze burgers, onder wie een groot aantal weduwen en wezen, van wie de problemen alleen maar toe nemen omdat ze verplicht zijn de soldaten de kost te geven. En alsof dit allemaal nog niet ellendig genoeg is, komt ons het gerucht ter ore, dat er nog vier of vijf vendels solda ten op weg zijn naar Zutphen. Wij vrezen de ondergang van de stad. Veel burgers vinden het draaglijker om buiten de stad met bedelen de kost te verdienen dan dit te ondergaan. Als het mogelijk was, zou ik deze brief liever met tranen dan met inkt schrijven. Niet alleen wij, maar ook de naburige steden en dorpen hebben hun verontrusting geuit. We hopen daarom dat u aan de brenger van deze brief duidelijk wilt maken wat u aan onze situatie gaat doen. Zutphen, 13 september 15763 e brieven vertellen een verhaal op zich. Een klein deel van dit verhaal lichten we hier toe, namelijk het deel dat plaatsvindt van 1572 tot en met 1576, de tijd dat Zutphen gebukt gaat on der het onmenselijke regime van de hertog van Alva en kapitein Vasquez. De tijd, waarin het machteloze stadsbestuur tevergeefs probeert hulp te krijgen bij het gewestelijke en landelij ke bestuur. Het begin van de onvrede De ellende in de Nederlandse gewesten begint in de tweede helft van de zestiende eeuw met grote onvrede over de manier waarop de Spaanse au toriteiten de Nederlanden besturen. Ondanks de economische malaise waarin de Nederlandse ge westen verkeren, blijven de Spanjaarden geld ei sen om hun oorlogen te kunnen bekostigen. Geld dat er nauwelijks is. Ook zijn veel Nederlanders het niet eens met de strenge Spaanse maatrege len tegen de kerkelijke hervormingsbewegingen. In 1566 ontaardt deze onvrede in een beelden storm gericht op de katholieke kerken. De schok bij de Spanjaarden is groot en de Spaanse koning Philips II stuurt bevelhebber Alva naar de Ne derlanden om de orde te herstellen. Ria Gresnigt is onderzoekster met een passie voor de geschiedenis van Zutphen. 42 ZUTPHEN 2019 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2019 | | pagina 10