De vestingwet Het zou nog tot 1874 duren voordat de Nederlandse regering besloot het vestingste- denbeleid los te laten en de frontiersteden te verruilen voor fortificaties. In de Tweede Kamer was het nut van frontiersteden al ver voor 1874 onderwerp van discussie en bleef dat nog jaren daarna. De onderlinge sfeer was om te snijden. Oud militairen, vooral de cava leristen in de Kamer, vreesden dat hun onder delen minder belangrijk of zelfs overbodig zouden raken. "Die dure cavalerie? Wat doe je met honderden paarden op een slagveld in de vele waterrijke delen van Nederland? En zou het niet beter zijn wielrijders in te scha kelen voor de berichtoverbrenging?" "Een paard is toch sneller dan een fiets!" In 1876, dus twee jaar na de aanname van de Vestingwet, dramde men nog door. Kamer lid Jan Karel Hendrik de Roo van Alderwerelt (1832 - 1878), militair en politicus,8 verklaar de: "Binnen 48 uur staan Duitse cavalerieeen- Ook tijdens de mobilisatie 1914-1918 werd de IJsselbrug in Zutphen permanent door militairen bewaakt. (Ansicht particuliere collectie, bewerkt door Jan Rossel) heden aan de IJssel. De Duitse vredessterkte schat ik op 6.000 infanteristen en 1.700 rui ters gelegerd in Münster, Wesel, Kleef en Düs- seldorf, op twee dagmarsen". Hij wilde alsnog nut en noodzaak van de frontiersteden aan tonen. Tussen 1870 en 1885 versleet Neder land acht ministers van Oorlog.9 Dat geeft wel aan hoe groot de meningsverschillen waren over hoe het land verdedigd moest worden! Specifiek voor Zutphen kwam al eerder, niet in de Tweede Kamer, maar via een ano nieme brochure, een heel ander plan naar buiten. Voor de stad Zutphen zou het tien kilometer verleggen van de IJsselbrug inclu sief alle spooremplacementen, om het even in zuidelijke dan wel noordelijke richting, en het demilitariseren van de stad, een zegen zijn.10 Het kenmerkte de sfeer in de Kamer 104 ^utphen - 2018/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2018 | | pagina 8