Jselgezieht,
Zutfen
.-*1.Jsir"?
offr"**1
..i»™ ;r
Kanonniers, bijgestaan door handlangers,
plaatsten de vuurmonden op ongeveer vier
meter van elkaar tot een batterij. De terug
loop van de kanonnen beperkte men door ze
voor een schuin oplopende helling te plaat
sen.
Vestingsteden
Maurits en zijn opvolgers gingen ervan uit dat
een lange rij vestingsteden langs waterwegen
voldoende zou zijn voor de verdediging van
de landsgrens. Een linie van vestingen ter
veiligstelling van een heel land. Zutphen is
onderdeel van die linie. Van Nieuwerschans
via Bourtange, Coevorden, Zwolle, Deventer,
Zutphen, Doesburg, Arnhem, Nijmegen, Gra
ve, 's-Hertogenbosch, Heusden, Geertruiden-
berg, Breda, Steenbergen, Bergen op Zoom
tot Breskens. Eén lange rij vestingen die men
frontiersteden noemde.
Tussen die vestingsteden, bijvoorbeeld
tussen Zutphen en Deventer of Zutphen en
Doesburg, was natuurlijk wel handelsverkeer
en militaire uitwisseling, maar oorlogsmateri-
Het Bourgonjebastion gezien vanaf de IJssel; duide
lijk is de spitse vorm van dit verdedigingswerk te
zien. Ansicht ca. 1900. (Regionaal Archief Zutphen)
aal verplaatsen was fysiek een gigantische ope
ratie. Het meest populaire kanon tijdens en
na de Tachtigjarige Oorlog was de 12-ponder.
Met alle toebehoren zoals affuit, laadgereed-
schap, voorwagen, stelhouten en lamoenket
tingen, exclusief de munitie, woog het geheel
3.120 kg. Voor een paard in het veld rekende
men 200 kg trekcapaciteit. Voor het transport
van één kanon waren derhalve minimaal zes
tien paarden nodig. Voor de tweeëndertig ka
nonnen die Maurits meebracht naar Zutphen
zouden dus 512 paarden nodig zijn geweest.
Maar over water was het vervoer van zwaar
materiaal een stuk eenvoudiger. De frontier-
steden lagen dan ook zoveel mogelijk aan wa
terwegen. Hoewel het lossen en laden zonder
vaste loswal geen sinecure zal zijn geweest.
Zutphen werd in 1591 in slechts vijf dagen
veroverd. De Staatse overheid vond daar
om versterking van de vesting noodzakelijk.
Adriaen Anthoniszoon kreeg van de Raad
100 ^utphen - 2018/4