Waar waren de boeken van de Librije
in de oorlog?
De ene bron is de andere niet
Jan Frings
Film
In de Raadskapel van de Walburgiskerk is een tentoonstelling over de Librije. Op een van
de panelen staat dat in de oorlog de boeken ondergebracht zijn bij Zutphense burgers,
met een plaatje er bij van de terugkeer. Maar bij welke burgers? Er zal toch wel een lijst
je zijn, of geweest zijn waar welke boeken zolang heen gingen? Als je iets weten wilt over
de kerk, moet je bij Rikie Matser zijn. Ze is als sinds 1973 kosteres, als opvolgster van
haar moeder.1 Maar jammer, haar reactie is: 'Dat had je mijn moeder moeten vragen.
Die wist alles, maar ze is er helaas niet meer.'
Toch blijkt er een manier om haar moeder
te raadplegen. In de CLZ (Catalogus Librije
Zutphen) staat ze vermeld als bron.2 De boe
ken waren opgeborgen in de boven-librije.
Dat is een kleine kamer van ongeveer vijf bij
zes meter met twee vensters, ook bekend als
de Oude Librije (de huidige Librije is er de
opvolger van), en bereikbaar via een nau
we wenteltrap. De CLZ constateert dat het
bericht op het paneel onjuist is. De ruimte
daarboven is groot genoeg voor die boeken.
Dat is tijdens het samenstellen van die CLZ
gebleken. Wegens de restauratie van de kerk
(1993-1998) hebben daar toen alle boeken
gestaan.3 Nu is er nog iemand die veel weet
van kerk en librije: Herman Bosheide. En hij
reageert hier op: 'Ja, maar dat is maar de helft
van het verhaal. Rikie's moeder had het van
Kiezebrink.' H. H. Kiezebrink (1892-1965)
was koster tijdens de oorlog. Bosheide vertelt
dat er mensen van de kerk bij zijn ouders wa
ren geweest om te kijken of daar boeken van
de librije veilig opgeborgen konden worden.
Maar Bosheide is geboren in 1950; hij heeft
het weer van zijn vader. Dat zijn dus de bron
nen van de historicus: gevonden voorwerpen,
beschrijvingen op papier, ooggetuigen en van
horen zeggen.
Een bij heel veel Zutphenaren bekende film
over de torenbrand in 1948 heeft als geluids
spoor een radioverslag van die brand.4 De
verslaggever spreekt Kiezebrink aan, veron
derstellend dat die wel voor de veiligheid van
de boeken in de Librije gezorgd zal hebben.
Cruciaal voor ons is het volgende deel.
Verslaggever (V): Meneer Kiezebrink, is u
ook niet bang geweest voor de Librije?
Kiezebrink (K): Ja zeker. De bibliotheek van
de Librije is al in veiligheid gebracht.
V: Hoe hebt u dat kunnen doen? Want ik
denk dat u daarin wel het grootste aandeel
hebt gehad.
K: Natuurlijk wel wat leiding, maar ik heb van
alle stadgenoten, zou ik haast zeggen, hulp
gehad. Dus heel Zutphen heeft geholpen de
oude boeken van de kostbare bibliotheek op
te bergen.
V: En waar is u mee begonnen? Met de in
cunabelen?
K: Met de handschriften en incunabelen ui
teraard.
V: Hebt u die dan onder de arm meegeno
men zoals u dat in de oorlogstijd ook gedaan
hebt?
K: Jaja.
Zutphen - 2018/4 111