"...voor onze boerenkindertjes"
De beginjaren van de Warnsveldse bewaarschool
1857-1890
Rob Kammelar
Enige tijd geleden bezorgde Jan Rossel - verzamelaar en kenner van oude Warnsveldse
foto's - mij een pak vergeelde paperassen, dat al geruime tijd in zijn bezit was. Deze
documenten, waarbij ook oude foto's zaten, had hij ooit gekregen van een kennis die het
hele pak op zijn beurt van de oud-papier-ophaler had gered. Jan Rossel besteedde in eer
ste instantie alleen aandacht aan de foto's en borg de papieren op. Bij nader inzien bleek
het te gaan om originele stukken van de oprichting en beginjaren van de Warnsveldse
bewaarschool. De notulen van de bestuursvergaderingen weerspiegelen het reilen en
zeilen van de school, maar geven ook interessante inkijkjes in de Warnsveldse gemeen
schap van de tweede helft van de 19e eeuw. 1
In 1856 constateerde Rebecca van Hamel de
With, echtgenote van burgemeester Hendrik
Joan Ardesch van Hamel, dat de in Warnsveld
gepraktiseerde philantropie haar doel voorbij
schoot. De bijeengebrachte liefdadigheids
gelden kwamen dikwijls buiten de gemeente
grenzen terecht en dat zinde de welgestelde
gevers allerminst. Dat moest anders. Dames
uit de gegoede stand zochten daarom naar
een andere manier van liefdadigheid bedrij
ven die uitsluitend de inwoners van Warns-
veld ten goede zou komen. Ze vatten het plan
op om een bewaarschool (kleuterschool) te
beginnen.
Bewaarscholen
Er zijn geen aanwijzingen dat de Dames-Ver-
eeniging tot oprigting en instandhouding eener
bewaarschool de plaatselijke behoefte aan zo'n
school serieus heeft onderzocht. Waarom
dan een bewaarschool? Het beste antwoord
daarop is: 'het zat in de lucht'. Overal in ons
land ontstonden rond het midden van de ige
eeuw bewaarscholen. De eerste was in Zwol
le (1828). Vooral bij de arbeidende stand
ontstond steeds meer behoefte hun jonge
kinderen ergens te kunnen 'stallen'. Maar
er waren ook bewaarscholen voor arme kin
deren en zelfs voor kinderen van gegoede
ouders. En natuurlijk waren er protestantse
en rooms-katholieke bewaarscholen. In 1870
telde ons land al 78 openbare en 57g bijzon
dere bewaarscholen en die aantallen liepen
snel op.2 Zutphen had in i86g drie bewaar
scholen: de stadsbewaarschool (Paardenwal)
met 218 kinderen, de bewaarschool voor
gegoeden (Waterstraat) met 73 kinderen en
de rooms-katholieke bewaarschool (Teng-
nagelshoek) met 233 kinderen.3 Het aantal
bewaarschoolkinderen bedroeg daarmee
3,4% van de bevolking. Op de Warnsveldse
bewaarschool is het aantal kinderen steeds
rond de 30 blijven schommelen, slechts 1,4%
van de Warnsveldse bevolking. Uiteraard was
de 'vraag' in Warnsveld in absolute zin veel
kleiner dan in Zutphen, maar bleef dus ook
in relatieve zin achter.
Maar dat wisten de dames niet toen ze aan
hun project begonnen. Wel beseften ze dat
geregelde inkomsten onontbeerlijk waren
om zo'n school in stand te kunnen houden.
Dus hadden ze alvast in hun familie- en ken-
^utphen - 2018/3 71