Wanneer kwam Copernicus in
Zutphen?
Jan Frings
De Catalogus
Martinet
Nicolaus Copernicus (1473-1543) is nooit in Zutphen geweest, maar zijn beroemde boek
is er wel: De revolutionibus orbium coelestium, over de omwentelingen der hemellichamen.
Wat kan de reden geweest zijn om dat boek aan te schaffen? Wanneer zou dat geweest
kunnen zijn?
Als we in de Catalogus Librije Zutphen (clz),
kijken bij Copernicus, vinden we heel wat
gegevens, zoals dat op het titelblad sporen
te zien zijn van een stempel. Deze clz is niet
de eerste catalogus. De eerste is van Henrick
Cantzen (1566-1570); de Librije is in 1564
opengesteld. Maar dit boek staat pas vermeld
in de catalogus van Huybert Sluyter en die
moet gemaakt zijn tussen 1732 en 1735, in de
i8e eeuw. Dat is bijna 200 jaar na de publica
tie. Is het boek toen in de Librije gekomen?
Dat is niet vanzelfsprekend. In de clz, waar
alle hier genoemde feiten aan ontleend zijn,
is een hoofdstuk over de geschiedenis van de
Librije opgenomen. Die geschiedenis is inge
wikkeld. Het best kun je daarom naar de prove
nance van, in dit geval, Copernicus kijken. De
provenance is een onderdeel van de boekbe
schrijving; daar staat wat bekend is over het
verleden van dat boek. De provenance bij Co
pernicus luidt: op titelblad sporen van stem
pel 'Bibliotheek der Gemeente Zutphen'. Bij
andere boeken, die door Sluyter als eerste zijn
vermeld, staat wel eens als provenance 'Bevat
aantekeningen van Bernard Bouwhuys', of
een verwijzing naar Arnoldus (ook wel Arnold
of Arnt genoemd) Slindewater. Van Bouwhuys
is bekend dat hij in 1534 is ingeschreven aan
de universiteit van Leuven en dat zijn boeken
in 1602 in de Librije zijn geplaatst. Van Slin-
dewater is niet veel bekend; het kunnen er
twee geweest zijn, maar dat speelde in ieder
geval voor 1614, ruim voor de 18e eeuw. Als
je zo'n aantekening bij een boek vindt, weet
je dat zo'n boek in Sluyters tijd er al ruim 100
jaar was. Het stempel 'Bibliotheek der Ge
meente Zutphen' is het gevolg van een actie
van stadsarchivaris Reinier Willem Tadama in
1858, lang na de tijd van Sluyter. Tadama zag
met lede ogen de toenmalige verslonzing van
de Librije aan. Om daar wat aan te doen heeft
hij de zijns inziens meest belangwekkende
boeken naar het stadsarchief overgebracht.
In 1899 kwamen ze terug. De provenance bij
Copernicus is een aanwijzing dat het boek
heel goed verworven kan zijn in de tijd van
Sluyter. Al is er de wel zeer theoretische mo
gelijkheid dat Sluyter het boek aantrof bij zijn
aantreden, waarschijnlijk is het niet. Vergissen
is menselijk, maar dit boek zie je niet gemak
kelijk over het hoofd.
Wie aan de 18e eeuw denkt, denkt al gauw
aan de Verlichting.1 Wie aan Zutphen in de
18e eeuw denkt, denkt al gauw aan Jan Floris
Martinet. Martinet was predikant te Zutphen
van 1775 tot zijn dood in 1795. Hij is nu voor
al bekend door zijn Katechismus der Natuur.
Hij heeft veel meer geschreven; dat is makke
lijk op het internet te vinden. Zijn Katechis-
mus staat in de Librije; het is daar wel het eni
ge boek van Martinet, een dominee met een
^utphen - 2018/3 67