Johannes Ernestus Jungius PROPHEET ZACHARIAS» - De reformatie heeft predikanten van diverse pluimage voortgebracht. Zo hebben de inwo ners van Zutphen kennis kunnen nemen van de uiteenlopende heilsopvattingen van Wil lem Baudartius, Jan de Liefde, Henri van den Bergh van Eysinga en vele anderen. Maar wat te denken van Johannes Ernestus Jungius? Jungius (*1714, graafschap Hanau, Dld.) wordt in 1744 beroepen in Zutphen. Bij de geboorte van erfstadhouder Willem V schrijft hij een jubelende hymne. In het Latijn. Tot zover niets bijzonders. Schrijvende domi nees zijn eerder regel dan uitzondering. Zijn volgende publicatie werpt al meer stof op. In 1749 verschijnt De Verborgentheit der laatste tydendie anstaande zyngeopent. Daarin ont popt Jungius zich als een eindtijdprofeet. In duizend bladzijden ontsluit hij via 'wiskun dige berekeningen' de geheimen van de Bij belboeken Daniël en Openbaringen. Er ver schijnen vier drukken. Het boek roept felle reacties op van voor- en tegenstanders. Al in 1752 verschijnt een vervolg: Verklaring van den roomschen paus voor het beest en den antichristus door de opening van de verborgentheit des beestes en desselfs getal 666. Het blijkt het werk van een fanaticus of een krankzinnige. Jungius stuurt het eerst naar de theologi sche faculteit in Harderwijk. In de begelei dende brief beweert hij dat Jezus Christus zelf hem tot de 'Koninklijke Waardigheid' geroepen heeft. De Harderwijkse theologen zijn verbijsterd. Ze verzegelen het boek en schrijven hun afkeuring aan de magistraat van Zutphen. Die weet nog van niets, maar reageert onmiddellijk. Zutphense drukkers en boekverkopers wordt gesommeerd alle exemplaren van Jungius' boek onverwijld in te leveren. Drukker Amelis Jan van Hoorn brengt er 1370 terug. Ook in Deventer wordt gezocht. Jungius wordt voorlopig geschorst. Niet Regionaal Archief Zutphen als straf - zo stelt de kerkenraad - maar om hem de gelegenheid te geven zijn dwalingen in te zien en te herroepen. Dat doet hij niet. Hij eist zelfs zijn boeken terug. Inmiddels begrijpt een ieder dat Jungius geestesziek is. Zijn broer, rector van het gymnasium in Amersfoort, overreedt hem om zelf ontslag te nemen. Zo worden pijnlijke schorsingspro cedures vermeden. Met een jaarlijkse toelage van 100 rijksdaalders van de Gelderse Staten verlaat Jungius Zutphen. Hij overlijdt in 1775 te Schellingwoude. Jungius' boek blijft in Zutphen nog decen nia lang achter slot en grendel. Het is alleen na uitdrukkelijke toestemming van de magis traat slechts door predikanten te raadplegen. (Rob Kammelar) Literatuur en bronnen: - Memorie- en Resolutieboeken 1741-1755 (RAZ); Joris van Eijnatten, Hollandse Apocalyps, in J. Vree en S. Voolstra (ed.), Protestants Nederland tussen tijd en eeuwigheid. Zoetermeer 2000; J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel 9, 1860 (geraadpleegd op www.dbnl.org). Tf SBTPTEHi AMELIS JAN VAN HOORNafckvcrkop: 0 B VERBORGENTHEIT der LAATSTE TYDEN 0 I E AANSTAAN DE ZYN, Geopent, In eene volgens den betoogtrant der Wiskundigen ingerigte Verkiaaring Van de TWEE EERSTE VERSS EN Van het XIVas HOOFDSTUK. Van den I. Van het GEZIGTE VAN AV.OND EN MORGEN. Da».VIII: lii II. Van de REEKENING DER TYDEN. Dan. XII: y-?z. III. Van het GETAL DES BEESTES. Apoc. XIII: 18. JOANNES ERNESTUS JUNGIUS; 'Predikant te Zutphen. MDCCL. Zutphen - 2018/3 85

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2018 | | pagina 21