ECCXESIAE.REIP. ET
nomen van een gelijknamige herberg op de
Houtmarkt die tijdens de Spaanse bezetting
verwoest was.8
De drie, mogelijk vier zoons die Frederick
Woltersz bij Gerharda van Rijswijck (f 1615)
kreeg, zijn niet aan een universiteit terugge
vonden, maar kunnen in Leuven hebben ge
studeerd waar de registers voor die jaren ont
breken. Herman (f vóór 1610), vermoedelijk
de oudste zoon, werd kuiper, een beroep dat
nauw aan dat van wijnkoper verwant was. Ger-
rit senior, de Gerrit wiens kinderen in 1636
door de Weeskamer onder momberschap van
Frans Leijendecker en de (inderdaad katho
lieke) Willem Valck werden geplaatst, werd
wijnkoper en dreef de herberg samen met
zijn moeder toen die weduwe was geworden.9
Fredericks derde zoon Evert Haeck werd in
1604 lid van St. Anthony Grote Broederschap
L ACHT MAE
SCHOLAE ZVTPHANIENSIS.
Hot ijl
ELEG 1AE FfKEE RES ET EPIT At HI A
Illuftrium aliquot virorum, matronarum,
virginum-, itcmq; juvenum Studioforum &c. qui
ferèomnes lu&uofifiimo hoc anno in uibe
Zutphanienfi Pcftc Lnterierunt.
Hk accejïit
Paramytheticon ad Clariflïmum Do&iflimumq;
D. Ioh. Antonium Biberum Scholas
Zutph. Gymnafiarcbam,a crudcliffima
pefte revivifccntera.
ltem%
Elegia Apoftiophicaad
Mufas cxulcs.
Authore Petro Gakelio Schol*
Zutph, Cdfireftore.
ZVTfHAHlAK,
Excudebat Andreas ab Aelft,
Anno 1626»
Het titelblad van de brochure uit 1625 van rector
Gakelius met de lijkdichten op Zutphense pest-
slachtoffers. (Universiteitsbibliotheek Leiden)
en was in 1611 markerichter van Tonden, aan
de overkant van de IJssel, waar zijn vader al in
1564 gegoed was geweest. Hij huwde op 15
februari 1614 Margaretha Michiels Johansdr
uit Nijmegen en kreeg bij haar een zoonJohan
die in mei 1625 samen met zijn vader aan de
pest overleed. In de uitvoerige reeks Latijnse
lijkdichten waarin conrector Petrus Gakelius,
naast een aantal inwoners uit de betere krin
gen van Zutphen, ook de leerlingen herdacht
die in 1625 slachtoffer van de in dat jaar
heersende pestepidemie waren geworden,
vinden we hem terug als Johannes Hakius.10
Mondige mensen
Een andere Jan Haeck (ca. 1624-1698/1703)
en zijn broer Roelof (ca. 1627-1665/67) - de
twee zoons van Gerrit Haeck senior en Adria-
na van Me[c]helen die in 1636 onder mom
berschap waren geplaatst - gingen 16 mei
1645 samen in het katholieke Keulen stude
ren.11 Jan werd in 1647 vervolgens nog aan
de door strenge protestantse theologen gedo
mineerde universiteit van Utrecht ingeschre
ven waar hij tevens lid van de Gelders-Over
ijsselse studentenvereniging werd.12 Zoals uit
het artikel van Jan Frings blijkt, waren hij en
zijn zuster Maria op 27 juli 1649 mondig.
Roelof, die daar niet genoemd wordt, hield
het bij zijn studie in Keulen. Hij werd pas op
14 mei 1652 mondig verklaard en huwde op
13 februari 1653 met Johanna ten Holte uit
Nijmegen. Op 9 februari 1658 droegen zijn
broer Jan en zus Maria hem het beheer over
de herberg De Wildeman op. Zijn weduwe
trouwde in februari 1666 met Paul Velthoen,
een oud-student van het Laurentianum-con-
vict in Keulen 1660), naaste verwant van bo
vengenoemde president Henricus Velthoen,
en wijnkoper (in feite ook herbergier) in 't
Oude Velthoen in de Kuiperstraat.
Jan had op 28 augustus zijn mombers van
hun taak ontheven, maar verdwijnt allerminst
uit beeld. Hij studeerde verder, promoveerde
^utphen - 2018/2 37