Na de Weeskamer:
de katholieke Haecks op studie
Willem Frijhoff
In Zutphen 2017-3 heeft Jan Frings terecht aandacht gevraagd voor het archief van de
Weeskamer, vaak een goudmijn voor wie het geluk heeft er de familie van zijn of haar
interesse aan te treffen. Het jaar 1636 waarover dat artikel gaat, was een berucht pest
jaar. In sommige zwaar getroffen steden, zoals Nijmegen en Leiden, stierf een kwart tot
een derde van de bevolking.1 Ook in en rond Zutphen hield de pest huis. De vader van de
pasgeboren Johannes Lomejer, de bekende latere predikant, stierf er bijvoorbeeld aan.
Het kan ook het lot van Otmar Jansen en Gerrit Haeck, de erflaters uit dat artikel, zijn
geweest. In zulke jaren werd het werk van de Weeskamer bijzonder belangrijk. Het arti
kel gaat niet nader in op de religie van de Haecks en de toekomst van de kinderen, maar
daarover is geen twijfel mogelijk.
In Zutphen woonden in de zeventiende
eeuw zeker drie families Haeck zonder aan
toonbare band met elkaar, waarvan twee
gereformeerd en een actief katholiek. Om
laatstgenoemde gaat het hier. Het waren ver
mogende wijnkopers, herbergiers in De Wil
deman (het huis op de Zaadmarkt waar nog
steeds hun schuilkapel te zien is, tot voor kort
Museum Henriëtte Polak), en steunpilaren
van de katholieke gemeenschap. Maar in de
zeventiende eeuw mochten ze vanwege hun
katholieke geloof geen stedelijke functies
meer vervullen.2 Dank zij een goed beheer
van de nalatenschap konden hun kinderen
toch een vooraanstaande plaats in het stadsle
ven en een zinvolle carrière nastreven, zij het
dan buiten de gereformeerde bestuurselite.
De Haecks zijn daar een mooi voorbeeld van,
maar het gold evengoed voor andere katho
lieke Zutphense families uit die jaren, zoals
Spitholt, Velthoen, Van Bourlo, Franckheim,
Blanckebiel, en de katholieke takken van Van
der Capellen en Valck. Ze bleven aan de ka
tholieke universiteiten van Keulen en Leuven
studeren en stichtten daar soms studiebeur
zen voor hun familieleden, omdat de stede-
De marteling van St. Justus (1639). Gravure van
Franc van Wijngaerde naar het altaarstuk van Peter
Paul Rubens. (Teylers Museum Haarlem)
Zutphen - 2018/2 35