mm:;
■y//fc bovenkant vloer mef- grafzerken
Plattegrond en doorsnede onder de vloer. (jaarboek
1997 Wijnhuisfonds)
plaat weer schoongemaakt en zorgvuldig op
dejuiste plaats teruggelegd. (zie foto) Op een
tweede kist was de naam erg onduidelijk ge
schreven met behulp van ingeslagen koperen
spijkers (stoffeernagels) waarmee bekledin
gen op stoelen worden bevestigd. Waarschijn
lijk ging het om mevrouw Mackay gestorven
in 1818. De familie Mackay woonde in die tijd
achter de kerk in de voormalige Proosdij.
In al de andere kelders werden, na enig zoe
ken, geen aanwijzingen gevonden van wie er
lagen. De grafkaart vermeldt overigens alleen
de namen van degenen die er tijdens het ma
ken van de kaart werden bijgezet.
Nadat alles was opgemeten en gefotogra
feerd werd het gat in het gewelf weer zorgvul
dig met de juiste stenen dichtgemetseld. De
inhoud van de kelders bleef onaangeroerd,
behalve dan dat ik er door heen was gelopen.
In het geval van de kelder van Mackay werd
op de plek waaronder zich de trap bevindt
een koperen plaatje, met daarin de letter M
gegraveerd, op een natuurstenen tegel aan
gebracht.
Op diverse plekken in de kerk werden bij
ontgravingen skeletresten aangetroffen. Die
werden door de werklieden zorgvuldig verza
meld en in houten kistjes gedaan en bijgezet
in de kelders die op dat moment open lagen.
De toen opgedane ervaringen doen vermoe
den dat onder de vloer van de kerk nog wel
wat verrassingen kunnen liggen.
(Een deel van dit artikel is gepubliceerd in het
Jaarboek 1997 Wijnhuisfonds (p. 22-27))
De grafkelder waar in 1817
en 1818 de grafkisten van
de familie Mackay werden
bijgezet. De kelder is zeer
waarschijnlijk ouder gezien
de skeletrestanten die on
der de kisten lagen. Op de
middelste kist is de naam
geschreven met stoffeer-
nagels. Op de linker kist
de koperen plaat met de
inscripties. (foto auteur/
bureau GAJ-VBW)
6 ^utphen - 2018/1