op rails als op de weg voort kan. Circa half zeven ratelen al mitrailleurs. De grote IJssel- brug ligt nu met een grote knik in de modder gezakt. Een en al verwarring. Het was een ge weldige slag, die we in Bussloo hoorden. Na verloop van tijd kwam Duitsche artillerie in stelling. Naar we hoorden stonden de stuk ken tusschen Zutphen en Warnsveld in. Het gemoker op de stalen brugdelen duurde de gehele morgen en middag, totdat om ca. half vier een stilte verkondigde dat het werk ge beurd was. Toen pas waren de stormtroepen aan de overkant, na ontzaggelijke verliezen te hebben geleden. De Hoven was een rookend dorp geworden, overal branden. Op onze pa- trouilletochten tussen Deventer en Brummen zagen we het gehucht Emst onder het vuur van brisant- en brandbommen gebukt gaan. Later werd het avond, de lucht bleef rood gloeien. Konden we aanvankelijk nog tot bij De Ho ven komen, later kwamen de Duitschers aan W-zijde in actie. Ze naderden in groepjes Voorst. We hadden het niet druk, enkele scherf- wonden, een buikschot, twee gevangen Duit- schers waarvan een met open onderarm. Toen we 's avonds bericht kregen dat wij afge sneden waren van Voorst, naar de comman do-arts te Apeldoorn. Het was al duister geworden toen ik als laat ste met de nieuwe Citroën, die in haast pas gekocht was, Bussloo verliet. Zoekend naar wegen langs de vele versperringen kwam ik eindelijk te Apeldoorn aan, waar ik de ge neeskundige ploeg terug vond met collega Kuipers, mijn mede Officier van Gezondheid. Majoor Steffelaar stuurde ons naar Amers foort in wagens van de B.V.L. [Bijzondere Vrijwillige Landstorm], via Epe, Nunspeet, Barneveld. De tocht die in 't donker uitge voerd werd, duurde 8 uur. Helaas moest ik in Bussloo een vat jenever dat we bij de Hoven van een vrachtrijder kre- De bezetter verbood burgers om in bepaalde delen van de openbare ruimte te komen. (foto Jan Thate) gen (hij had ook gebakken visch, paling en olie) vernietigen. Mijn auto bleef achter de opgeblazen kanaalbruggen achter." "Za. 11 mei 1940. Van Amersfoort naar Zeist." "Ma. 13 mei 1940. Tweede Pinksterdag. Twee soldaten gedood vanuit dakraam. Gebulder in het Oosten al dagen lang met rossige schijnse- len. Het geschutsvuur dat we aanvankelijk in Z.O.-richting hoorden, verplaatste zich naar het Zuiden, en met bedenkelijke spoed naar het Z.W.-en. Steeds drukte in de lucht van vij andelijke jagers, bommenwerpers. Geen En gelsman gezien, noch op de grond, noch in de lucht. Op de avond van deze dag liepen we door de hei bij Driebergen om stelling te zoeken. Steeds dekken voor luchtgevaar. Het was een warme tocht. 's Avonds laat, gevolg gevend aan de nieu we opdracht, moesten bezet worden aan de oude/nieuwe weg tussen Zeist en Drie bergen. Een avond van stille natuur om je heen, een fijne opkomende nevel op de open plekken tussen de bosschen. Een nachtegaal zong, maar aan de weg brandden drie huizen van de sigarenfabriek en de lucht was gevuld met zware dreuningen uit O.-richting (Wou denberg). De Grebbelinie kon 't niet houden, was 't gerucht. En we zagen ook meer lange gewel dige troepenmachten over de wegen naar het westen gaan en zich voor Zeist langs pol- ^utphen - 2018/1 13

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2018 | | pagina 13