De ruzie over de visrechten in 1227 De tweede vermelding van een visrecht op dezelfde plek, dateert van vijf jaar later. In een langdurige twist tussen de bisschop van Utrecht en de graaf van Gelre over de zeggen schap over Salland werd in 1226 een compro mis gesloten. Eén van de bepalingen in dat compromis was, dat de bisschop het grafelijk recht over Salland en de voogdij over een aan tal goederen in Salland kreeg. Deze voogdij werd voorheen door de heren van Buckhorst uitgeoefend en was kort te voren door de Gel derse graaf van hen gekocht.3 Daar tegenover stonden wat ruilingen rond het leen Steende ren en een forse betaling van 1100 Utrechtse ponden door de bisschop aan de graaf.4 De bisschop was er van overtuigd, dat toen hij in 1226 graaf over Salland geworden was, dit graafschap zich over de IJssel uitstrekte en dus tevens de IJsselmonding omvatte. Hij dacht dus met reden dat hij ook het heerlijk recht van visvangst in de IJsselmonding ge kocht had. .Islemuthe Kampen na 1170 4400maximale verbreiding omstreeks 1400 na chr. oude riviertakken Groei Kampereiland 1200-1400. De situatie bij de IJsselmonding medio twaalfde eeuw. Kaartje ir. P.J. Ente. (afkomstig uit de Kamper Almanak 1973-1974, bewerking auteur) De kapittelheren van Zutphen legden de bis schop met klem uit dat dat niet het geval was, omdat deze visplaats aan het kapittel en niet aan de graaf behoorde. Nadat de bisschop door de graaf van Gelre én zijn moeder ervan overtuigd was, dat deze niet inbegrepen was bij zijn koop, werd de akte van 9 juli 1227 op gemaakt, waarin hij de visplaats bij Kampen afstaat aan het kapittel van Zutphen.5 Deze visplaats wordt in deze oorkonde niet ge specificeerd door zijn opbrengst, maar door een gebiedsbepaling: 'piscarium sive tractum aquarum apud Campis', een visplaats oftewel een strook water bij Kampen. Hier werd door vissers van het Zutphens kapittel - blijkens het keukenafval bij het grafelijk hof in Zut phen - voor de tafel van de graaf de typische brakwatervis steur, een vroonvis, en ook jon ge paling gevangen.6 Oorsprong van beide visrechten onduidelijk Aangezien dit soort rechten regalia zijn, moeten zij ooit door een vorst aan de eige naar geschonken zijn. Het is onbekend hoe Prüm deze visplaats heeft verworven. Moge lijk zijn deze afkomstig van de gift, die ko ning Arnulf in 891 - dus twee jaar voor het opstellen van de door Caesarius gekopieerde bezittingenlijst - aan priester Siginand deed, bestaande uit diverse goederen.7 De abdij van Prüm combineerde de exploitatie van de vis- plaats met die van haar andere verafgelegen bezittingen langs de IJssel en had daartoe in Voorst een meier aangesteld 8. Ook van het kapittel van Sint Walburgis is onbekend hoe zij die visplaats heeft verkre gen. Al in 1227 konden de kanunniken dit blijkbaar niet met een oorkonde staven en moesten zij de bisschop overtuigen door vol gens de tekst van de oorkonde "consequent te beweren dat deze zelfde visplaats aan hun kerk toebehoorde" (letterlijk: 'van hun kerk was').9 Verder werd een beroep gedaan op 100 ^utphen - 2017/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 4