Lambertus Doedes
In Voorst hebben ze schaatser Stefan Groot
huis met zijn gouden Olympische plak uit
Sotsji. Maar heeft Zutphen eigenlijk Olympi
sche medaillewinnaars?
Lambertus Doedes wordt in 1878 gebo
ren aan de Deventerweg als eerste kind van
Pieter Doedes en Henriëtte Wilhelmina von
Weiler. Vader is predikant van de Nederlands
Hervormde gemeente. Moeder mag de titel
jonkvrouwe voeren. Lambertus krijgt nog een
broertje en een zusje. Een kinderjuffrouw
- deftigheid of opvoedkundige noodzaak? -
ontfermt zich over de kinderen.
Lambertus gaat naar de hbs. Bij het centra
le eindexamen in Arnhem moet hij als bes
te Zutphenaar slechts drie kandidaten voor
zich dulden. Na zijn studie civiele techniek in
Delft treedt hij in dienst van de 'Hollandsche
Beton Maatschappij' (HBM), gespecialiseerd
in havenwerken, bruggen en utiliteitsbouw.
In 1915 wordt hij opgenomen in de directie.
Tweemaal gaat hij op inspectie naar Oost-In-
dië, waar HBM in Soerabaja en Tandjong
Priok nieuwe havens aanlegt. De reis gaat per
oceaanstomer.
Maar Doedes' passie is een heel ander soort
boten. Hij is een hartstochtelijk wedstrijdzei
ler. Keer op keer behaalt hij met zijn 6-meter
jacht 'De Kaag' nationaal en internationaal
hoge klasseringen. Hij kan het zich permitte
ren zijn eigen boten te laten bouwen. In 1928
loopt zijn nieuwe boot 'Hollandia' van stapel
op de werf van zijn vriend en zeilmakker De
Vries Lentsch. Met dit 8-meter jacht gaat hij
deelnemen aan de Olympische Spelen van
Amsterdam. Doedes is dan vijftig jaar. Er
wordt gezeild op de Zuiderzee. Bij de eerste
van zeven wedstrijden behaalt Doedes met
zijn bemanning meteen de eerste plaats. Er
volgen nog een eerste, twee tweede en drie
derde plaatsen. In het eindklassement blijkt
dat goed voor zilver.
Na de Olympische Spelen wacht hem weer
Lambertus Doedes in 1927, vermoedelijk op zijn
jacht De Kaag. (Foto Leidsch Dagblad).
de betonindustrie. Er volgen economisch zwa
re tijden. In juni 1940 wordt Doedes voorzit
ter van de Federatie Werkgevers Bouwbedrijf,
opgericht om de positie van de bedrijfstak
tegenover de Duitse bezetter te bepalen. Me
teen na de oorlog moet Doedes zich wegens
economische collaboratie verantwoorden.
Hem wordt verweten dat hij voor de Duitsers
het vliegveld Gilze-Rijen heeft uitgebreid.
Doedes beroept zich op adviezen van de re
gering. Het Bijzondere Gerechtshof veroor
deelt hem toch. De pers doet er uitgebreid
verslag van. De communistische krant 'De
Waarheid' noemt hem bunkerbouwer. In 1951,
na zes slopende rechtszaken, spreekt de Bij
zondere Raad van Cassatie hem uiteindelijk
vrij. Lambertus Doedes overlijdt in 1955 te
's Gravenhage.
(Rob Kammelar)
Literatuur
- Gemeentelijke Jaarverslagen 1877-1900; kran
ten 1900-1955 (www.delpher.nl).
- Dr. L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog. Deel 4. Den Haag 1972.
^utphen - 2017/4 117