Wie was toch... Jacob van Geelkercken Jacoh van Geelkercken kan zich niet concen treren op de kaart die hij aan het tekenen is en staart uit het raam van zijn kamer in Utrecht. Vandaag, 29 maart 1643, gaat zijn vader, de heroemde kaartenmaker Nicolaas, namens hem naar het hof in Arnhem. Hij moet he- wijzen dat Jacob zich vanaf 1640 serieus heeft heziggehouden met de studie geometrie. Ene weduwe Le Beque meent aanspraak te kun nen maken op de inkomsten van de vicarie die aan zijn inschrijving hij de Latijnse school in Arnhem waren verhonden. En dat is niet geheel onterecht. Want hij had zich in het voorjaar van 1640 uitgeschreven bij de school toen hij op studiereis ging. Maar dat is toch logisch wanneer je gedurende langere tijd de lessen niet bijwoont? Aan dat geld van de vi- carie had hij toen niet gedacht. Hij studeerde immers nog steeds; de kaarten die hij tijdens zijn reizen had gemaakt, zijn het bewijs. De aanklacht van de weduwe is bovendien op enkele punten onredelijk. Hij had zich helemaal niet laten gebruiken als page door de heer van Doorwert! Die gezamenlijke reis naar Engeland was een serieuze studiereis ge weest, waarbij hij veel had geleerd over geo metrie. En de beschuldiging dat hij in die jaren had geveinsd te studeren om het geld te behouden is ook nergens op gebaseerd. In 1641 had hij nota bene het beleg van Gennep meegemaakt om er een kaart van te maken. Het enige terechte verwijt is dat hij regel matig hand- en spandiensten verleent bij bevriende apothekers. En ja, ook wel eens terwijl hij eigenlijk zou moeten studeren. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Jacob is eigenlijk helemaal niet van plan om kaar tenmaker te worden. Hij weet dat zijn vader en broer teleurgesteld zullen zijn, maar zijn hart gaat uit naar het apothekersvak. Nu ja, het ergste wat er vandaag kan gebeuren, is dat zijn vader het ontvangen geld moet terugbe talen. Hij kan het vast wel missen. Jacobs blik valt op een man die op straat loopt. Een ner veuze hand schiet naar het gezicht en krabt aan een nare uitslag. Jacob glimlacht; een beetje ereprijswater met vitriool zou wonde ren doen... (Mirjam van Velzen-Barendsen) Fragment van de kaart die Jacobus van Geelkercken (1623 Leiden - 1677 Zutphen) maakt tijdens het beleg van Gennep. Het vormt bewijs materiaal in het proces. Naderhand werkt hij jarenlang als apotheker in Zutphen en krijgt hij een graf in de Broederenkerk. (Gelders Archief, 0124-5203) 116 ^utphen - 2017/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 20