■-w"
V
V
Ti
vallen ging dat concreet? In 1917 en 1918
overleden er 325 resp. 335 personen. Dat is
aanzienlijk meer dan in de laatste vooroor
logse jaren 1913 en 1914,13 toen er resp. 278
en 241 mensen overleden. Bij ongestoorde
voortzetting van de dalende trend hadden
we in 1917 en 1918 elk ongeveer 255 sterfge
vallen kunnen verwachten. Dat betekent dus
dat er in de periode 1917-1918 ongeveer 150
Zutphenaren voortijdig zijn overleden, meer
dan waarschijnlijk ten gevolge van de beroer
de levensomstandigheden toen. Wie dit lot
heeft getroffen, weten we natuurlijk niet. Wel
weten we dat de 'slachtoffers' voornamelijk
onder de volwassen bevolking vielen. De zui
gelingensterfte (tot 1 jaar) en kindersterfte
(tot 5 jaar) waren in de jaren 1915 - 1919
niet abnormaal hoog. Overigens zijn in het
aantal van 150 sterfgevallen ook begrepen de
slachtoffers van de Spaanse griep.
Spaanse griep
Bovenop de malaise ten gevolge van de alge
mene schaarste sloeg vanaf medio 1918 de
Spaanse griep toe in ons land. In Zutphen
maakte alleen de griep (influenza) minstens
33 slachtoffers. Met de griep gepaard gaan
de ernstige luchtweginfecties en longontste
king kostten nog eens 43 mensen het leven.14
Nauwkeurige gegevens van na november
1918 over de griep hebben we niet. Lande
lijk was de epidemie toen op zijn hoogtepunt.
Dat ook in Zutphen de zwaarste griepgolf al
in december 1918 voorbij was, wordt aanne
melijk door de cijfers van de provincie Gel
derland als geheel. In november stierven er
1129 Gelderlanders aan de griep, in decem
ber nog 'slechts' 217. In de maanden daarna
nam het aantal griepdoden snel af.15
Toen de griep was uitgewoed en de bevoor
rading van Nederland in de loop van 1919
weer op gang was gekomen, ging het met de
gezondheid van de Nederlanders snel beter.
Ook de gezondheid van de Zutphense bevol-
Jaarlijkse sterfte in Zutphen 1905-1924
Figuur 3. Sterfte per duizend inwoners in Zutphen
in de jaren 1905-1925
king herstelde zich snel. De daling van het
sterftecijfer, zoals die al ruim voor de oorlog
was begonnen, zette verder door (zie figuur
3).
Na honderd jaar
De gemeentelijke gezondheidscommissie
leek zich, net als de Centrale Gezondheids
raad in Den Haag, allesbehalve ongerust te
maken over de situatie. In haar jaarverslag
1917 schreef ze Omtrent den algemeenen ge
zondheidstoestand zijn geen bijzondere mededeelin-
gen te doen; factoren die daarop een goeden opslech
ten invloed hebben gehad, zijn niet op te geven." In
haar verslag over 1918 herhaalde de commis
sie deze bewering woordelijk.16
Had de lokale gezondheidscommissie ge
lijk? Nu er op de kop af honderd jaren ver
streken zijn, kunnen we objectiever naar de
cijfers kijken. En dan zien we dat er misschien
toch meer aan de hand was dan de gezond
heidscommissie kon of wilde verklaren. Er
lijken in Zutphen met name in de jaren 1917
en 1918 wel degelijk tientallen mensen meer
te zijn overleden dan normaal, nog afgezien
van de extra sterfte door de Spaanse griep.
Waarom meldde de gezondheidscommissie
dat niet? Stond ze te dicht op de gebeurtenis
sen? Beschikte ze niet over alle informatie om
een goed en afgewogen oordeel te geven? Of
wilde ze de Zutphense bevolking - bestuur
ders en inwoners - niet ongerust maken in
114 ^utphen - 2017/4