'■tiicronymus SckoQus-
Afbeelding van de Sont door Braun en Hogenberg
uit 1575. (Regionaal Archief Zutphen, MB 90)
wél. In de kondschapsboeken van Zutphen,
waarin onder andere getuigenissen van ge
dagvaarde personen zijn opgenomen, is op 6
november 1543 haar verhelderende getuige
nis uitgeschreven.14
Gertken vertelt
Goesen Bueninck, als neef en bloedverwant
van de vermeende dader Henrick Schull,
roept Gertken de Neesk, dienstmeid, voor het
stadsgerecht. Hij doet een beroep op haar,
opdat zij naar eer en geweten zal vertellen,
wat zij gezien en gehoord heeft op de dag
van de moord. Men wil weten of Berndt en
Hendrick in haar bijzijn ruzie gehad hebben,
voordat zij slaags raakten.
Gertken begint haar getuigenis met het feit
dat zij met een lantaarn het Hof te Vreden
binnenkomt. Dit biedt ons een 'crimescene':
Het Hof te Vreden is een herberg, gevestigd
in de tegenwoordige Wijnhuistoren, die in
bezit is van de stad Zutphen. De stad verhuurt
deze aan een particulier, die daar herberg
mag houden. Het is de plaats waar de sche
penen zelf vaak komen, maar die ook door
de hogere lagen van de Zutphense burgerij
wordt bezocht.
-vin—'fTyi ft"1 3
V* MH
T«'"«
1 s*\B ratfe* 4*t
Fragment van de getuigenis van Gertken Neesk,
waarbij zij vertelt over de woordenwisseling tussen
Berndt en Hendrick 'ant kistken'. (Regionaal Archief
Zutphen, ORA 330, f. 249v)
106 ^utphen - 2017/4