voor het hoogaltaar, zoals nog mooi te zien is in Hellendoorn. Die plaats was in de Walbur- gis niet meer beschikbaar na de aanpassing van het hoogkoor aan de kapellenkrans. We moeten aan een belangrijke plaats in de kerk denken. De aantekeningen noemen in later jaren steeds het midmonster, het laagkoor, als plaats van handeling voor de aanbidding. De vraag is dan of daar ook een vrijstaande sacra mentstoren bij stond. Uit de vijftiende eeuw is een aantal voorbeelden van zulke torens be kend, zowel van natuursteen als van messing. Zo bestelde de Bovenkerk in Kampen in 1498 zo'n exemplaar bij een Mechelse geelgieter. Ten aanzien van de Walburgis tasten we nog in het duister. Conclusie Met het tralievenster heeft de Walburgiskerk het restant van een echt sacramentsvenster. Analoog aan het venstertje in de Sint Jan zal het venster aan de binnenkant luikjes gehad hebben en een knieldorpel aan de buiten kant. De goede zichtlijn richting het centrale altaar en de vele bewijzen van schenkingen voor verlichting van het Sacrament tussen 1382 en 1590 ondersteunen deze stelling. Voor een andere functie van het venster is geen bewijs gevonden. Tot aan de Reformatie is het spoor te vol gen. Daarna verdwijnt de bestemming van het venster. Noten 1. Informatie van architectenbureau Vos-Ten Broeke-Van Wely BV en restauratie-atelier 'De Manenstegell BV', 1996. 2. Nu staat er een monstrans uit Brummen in. 3. Informatie over venster, luikjes en twee bakstenen treetjes van W.M.M. Laurensse, de drijvende kracht achter deze restauratie. 4. Ada van Deijk, 'Groninger kerken en hun lage vensters', Groninger Kerken (1989) 6-4, pp. 113-129. Zie ook Justin E.A. Kroesen, 'Squints in Nederland. Definitie, typering en inventarisatie', Jaarboek voor liturgie-onderzoek (2006) 22, pp. 195-216. 5. Jos Hartman, 'De altaren in de Sint-Walburgis- kerk in de 16e eeuw. Verslag van een speur tocht', in Zutphen (1999) 1. 6. Ada van Deijk, als 4, in Groninger Kerken (1989) 6-4, p. 125. 7. Stelling bij de dissertatie van Pieter Glazema, Gewijde plaatsen in Friesland, Universiteit van Amsterdam 1948. 8. Justin Kroesen 'Pour veoir Dieu en passant. Het zien van de hostie in de late Middeleeu wen'. Madoc (2006), pp. 200-208. Zie ook Ada van Deijk, 'De bewaring en de verering van het Heilig Sacrament in de late Middeleeuwen', Groninger Kerken (2008) 20-4 (2003), pp.100 109. 9. Elly Zuiderveld in gesprek met Andries Knevel, EO-tv 21-01-2017. 10. Jos Hartman 'De altaren in de St.-Walburgis- kerk in de 16e eeuw', Zutphen (1999) 1, pp. 8, 19. 11. Charles Caspers noemt als stichtingsjaar 1327, www.bureaupubliciteit.nl/nyeuwervaert.htm, geraadpleegd op 13 maart 2017. 12. NL-ZuRAZ-0464, inv.nr. 94, f.1r-v. 13. NL-ZuRAZ-0464, inv.nr 94, f.17v. 14. NL-ZuRAZ-0464_0081_0010. 15. NL-ZuRAZ-0464, regestenlijst pag. 27 nr. 135 en p. 28 nr. 136. 16. J. van der Kluit, 'Wat deden de kerkmeesters eigenlijk?', De Sint-Walburgiskerk in Zutphen, Zutphen 1999, p. 223. De kerk kreeg ook een tekstbord met uitspraken van Brugman. 17. Dr. A. van Dijke OFM, Verspreide sermoenen van Jan Brugman, Antwerpen, 1948, pp. 44-55. 18. Justin Kroesen, in Madoc (2006), p. 200. 72 Zutphen - 2017/3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 8