om 'ten eeuwigen dage' een kaars te laten branden voor het heilig Sacrament, net als van Gerlach en Geertrut in 1385 en van Jan en Berte in 1388.12 Zulke schenkingen bleven in de eeuwen erna doorgaan. De zusters van het Adamans- huis doneerden in 1482 een jaarrente aan het sacramentsgilde. Tot aan de Reformatie werd er geld gegeven voor de 'luchtinge des hilligen Sacramentz in der groiter kerken van Sunte Walburgen bynnen onser stat'.13 De laatste notering is uit 1590 en betreft ene jof fer Schymelpennyncks.14 In de loop van de tijd vonden sommige parochianen alleen zorgen voor het 'eeuwig licht' niet meer voldoende. In 1519 nam de familie van Jacob Schymmelpennynk het initiatief om van de gewone vieringen voor het Sacrament voortaan gezongen missen te maken. Vanaf 1520 ging men elke donder dag een gezongen mis vieren ter ere van het Sacrament op het altaar 'der curen geheten Mytmunster off des heiligen Cruyss altair voir dat choer', het centrale altaar op het laag- koor van de kerk.15 Intussen was er ook geld gegeven voor de nodige versiering en verlich ting op het altaar tijdens deze missen. Vanaf het kerkhof kon men de misbel tijdens deze vieringen horen en even knielen of het hoofd ontbloten, of via het tralievenster de elevatie zien. Sacramentsvenster of hagioscoop De datering van het venster, circa 1450, valt samen met een tijd waarin in Zutphen het ene na het andere vrouwenconvent ontstond. Vrouwen probeerden daarin samen Christus na te volgen in de geest van de Moderne De votie. Daarbij verdiepten ze zich sterk in Zijn lijden en sterven. Geert Grote (1384J) was daarbij hun grote voorbeeld. Grote had zelf een eigen laag venster in de Broerenkerk in Deventer om van daaruit altijd zicht te heb ben op het Sacrament en het ongestoord te kunnen aanbidden; een privé-hagioscoop, die zicht bood op het heilige. Het was ook de tijd dat pater Brugman in Zutphen een graag geziene spreker was. Tus sen 1458-1463 kwam hij meerdere keren langs,16 om iedereen vurig op te roepen een eenvoudig christelijk leven te leiden en zich rein te maken om 'den weerdighen heiligen Sacrament' te ontvangen.17 Dit sluit aan bij wat Kroesen stelt, namelijk dat het zien van de geconsacreerde hostie centraal kwam te staan in de laatmiddeleeuw se geloofsbeleving. Hij voegt eraan toe dat dit ook zijn sporen naliet in en aan de middel eeuwse kerkgebouwen.18 In de Walburgiskerk vallen die sporen niet op. Na de Reformatie Na de Reformatie werd het interieur van de kerk veranderd. Altaren en beelden werden verwijderd, het hoogkoor werd weggebroken, het sacramentshuis verdween. Men geloofde niet langer dat Christus lijfelijk aanwezig was in de gewijde hostie Aan de buitenkant zit nu een kast. (foto auteur) 70 2"tphen - 2017/3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 6