'Liberaal'
Tegen de coalitiewet
liberale geestverwanten het vereiste bedrag
bij elkaar te krijgen. De Zutphensche Courant
bleef hierdoor behouden voor de liberale be
weging. De christelijk-conservatieve beweging
in Zutphen, overwegend georganiseerd in de
ultraconservatieve kiesvereniging Vaderland
en Koning en de bijna even conservatieve, an
tirevolutionaire kiesvereniging Nederland en
Oranje, hadden dus het nakijken.9 Uitgever
en redactie van de Zutphensche Courant stel
den zich op het standpunt dat artikelen van
de 'conservatieve partij' alleen dan geplaatst
zouden worden als ze gematigd van inhoud
waren.10 Toen zich even later De Omroeper aan
diende - uitgegeven door de gereformeerde
Wansleven - grepen de Zutphense conserva
tieven deze nieuwe kans met beide handen
aan om hun denkbeelden een ruimere ver
spreiding te geven. In korte tijd wisten ze de
Nieuwe Zutphensche Courant voorheen De Omroe
per om te vormen van een apolitiek nieuws- en
advertentieblad tot een krant met een chris-
telijk-conservatieve en virulent anti-liberale
signatuur. Meer en meer ging De Omroeper - in
navolging van de Zutphensche Courant - aan
dacht besteden aan de zich ontwikkelende
landelijke wet- en regelgeving. De politieke
standpunten die De Omroeper daarbij innam,
stonden doorgaans lijnrecht tegenover die
van de Zutphensche Courant.
Het eerste nummer onder de naam Nieuwe
Zutphensche Courant verscheen op 3 januari
1872, voorlopig nog met de toevoeging voor
heen De Omroeper. Vanaf dat moment had het
redactionele commentaar voortdurend een
sterk kritische toon tegen liberalistische ten
densen. De krant schreef het woord liberaal
vaker wel dan niet tussen aanhalingstekens.
Twee voorbeelden laten zien waar de Nieu
we Zutphensche Courant stond in het politieke
spectrum.
Het hoofdartikel van 17 april 1872 handelde
onder de titel 'Woorden voor daden en ste
nen voor brood' over een rede van de anti
revolutionair Messchert van Vollenhoven in
de Eerste Kamer. Deze keerde zich scherp
tegen de zogeheten coalitiewet, waarin onder
meer het recht op vereniging van werkne
mers werd geregeld. Hierdoor konden dezen
bij loononderhandelingen een betere positie
tegenover hun patroons innemen. De con
servatieven waren mordicus tegen. Messchert
van Vollenhove sprak van het strooien
van het zaad der ontevredenheid in zijn [des
werkmans - RK] boezem en door hem met
dolle theorieën het hoofd op hol te brengen
en hem denkbeelden in te gieten die zouden
moeten leiden tot zijn eigen levensgeluk.'
De conservatieven, aldus hun woordvoerder
Messchert van Vollenhoven, wilden heus wel
het hunne doen aan de lotsverbetering van
de arbeidende stand, maar dat moest per
se niet bij wet geregeld worden. 'Ik wil den
werkman helpen, aan betere woningen, aan
hoger loon dat hij nodig heeft; ik heb hiertoe
het mijne bijgedragen en als ieder dat doet
in eigen kring zal dit deel der sociale questie
eenen gereede oplossing vinden. De staat be-
moeie zich niet met de zaak der loonen, met
het aantal werkuren, tenzij wellicht alleen ten
aanzien van het jongere geslacht.'11
Als de overheid het lot van de arbeider wil
de verbeteren, aldus Messchert van Vollenho
ven, dan kon ze dat doen door het bestrijden
van het drankmisbruik en het aankweken en
bevorderen van een godsdienstige levenswan
del. De redactie van de Nieuwe Zutphensche
Courant was het er helemaal mee eens en
vroeg openlijk wat de liberalen in dit opzicht
deden. 'Wat gaaft gij van al dat overige? Niets
van dat alles, wel zijt gij rusteloos bezig om
veel ervan, voor zoverre het bestaat aan tijd
genoot en nakomeling te ontnemen... Wel
hebt gij dezer dagen iets anders geschonken:
80 ^utphen - 2017/3