zoals de werken van Johan de Laet over de Nieuwe Wereld en de West-Indische Compag nie, waarin ook de Zutphense elite al vroeg investeerde, de historiewerken van Bor, Van Reid en Aitzema, en de atlassen van Merca tor, Braun Hogenberg, Blaeu en De Wit die de magistraat kocht of misschien cadeau kreeg. In de ogen van de tijdgenoten was dat de echte stadsbibliotheek. Ze getuigt van het hoge niveau van juridische kennis in de stad, dat we ook zien in de oudste catalogi van de Librije. Strikt genomen is in Lomejers lijst nauwe lijks sprake van stadsbibliotheken in eigen lijke zin, en het is ook maar de vraag of die benaming voor de Gouden Eeuw zin heeft. Publiek en privaat liepen nog door elkaar heen. Bibliotheken werden beheerd door corporaties: de kerk, de magistraat (nog geen overheid in onze publieke zin), een sociëteit of vereniging, of gewoon een rijke amateur, een ambitieuze koopman of een edelman. Die hielden hun collectie vaak liever dicht dan open, en in elk geval was die openheid steeds selectief, a la tête du client, soms met de loffelijke bedoeling de boeken voor misbruik of bederf te behoeden, maar niet zelden uit luiheid of gebrek aan interesse - dat zien we ook in de geschiedenis van de Zutphense Li brije. Wel kunnen we hiervan leren dat de aandacht voor bibliotheken als centra van cultuur in deze universiteitsloze stad eigenlijk al zo oud is als de Librije zelf. Wellicht mogen we er de les uit trekken dat zo'n bibliotheek in de geschiedenis een soort multiplier-effect heeft: ze roept belangstelling voor boeken op, en de bibliothecaris gaat dan weer op jacht naar andere bibliotheken, documen teert ze en draagt er per saldo toe bij dat ze bewaard blijven. Ik vind dat een troostrijke en hoopvolle gedachte. Laten wij allen samen de fysieke bibliotheek redden, om te begin nen natuurlijk op het meest lapidaire niveau: de stadsbibliotheek, die er voor iedereen is. Én de Librije, die fantastische droombiblio- theek... Dit is een ingekorte versie van de lezing die Willem Frijhoff op 3 november 2016 in de St. Walburgiskerk uitsprak. Meer over Lomejer in: - Willem Frijhoff, 'Johannes Lomejer (1636 1699) in zijn Zutphense milieu. Een pionier van de boekgeschiedenis en zijn ambities'. In: Bij dragen en mededelingen. Historisch jaarboek voor Gelderland (Arnhem), deel CIII (2012), pp. 125-166. Titelblad van de Atlas van Joan Blaeu uit magis traatsbibliotheek van Zutphen, met het wapen van het Zutphense kwartier. (foto Ron Elsinga, Regio naal Archief Zutphen) Ad prsefentis temporis faciem expreflum Zutphen - 2017/2 39

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 7