school van het nabije Deventer zat Zutphen duidelijk in de weg. Toen de boekdrukkunst zich ontwikkelde, ging die toch in de eerste plaats naar de nieuwe bestuurs- en cultuurcen tra. Na een aarzelend begin rond 1500 liet ze Zutphen links liggen totdat enkele immi granten Zutphen begin 17e eeuw weer tot een drukkerscentrum probeerden te maken. Maar Arnhem en Deventer waren sterker; het bleef tobben in Zutphen totdat Thieme twee eeuwen later voor een lange bloei van de Zutphense uitgeverij zorgde. Zutphen greep ook driemaal naast de stichting van een uni versiteit, in 1580 toen de Opstand de inrich ting van de geplande hogeschool onmogelijk maakte; in 1686, bij de te late oprichting van de kwartierlijke illustre school, toen Harder wijk zich reeds als de gewestelijke academie had geprofileerd; en weer een eeuw later in de Franse Tijd, toen de landelijke veeartsenij school op het 's-Gravenhof niet levensvatbaar bleek. Toch is er minstens één Zutphenees in de geschiedenis geweest wiens werk nauw verbonden is met het thema van de stadsbi- Ingekleurde tekening van het Wijnhuis en Wijn huistoren te Zutphen. Links naast het Wijnhuis in de Lange Hofstraat de boekwinkel van Christoffel Lomejer. Abraham van Beerstraten, ca. 1660. (Stede lijk Museum Zutphen) bliotheken: Johannes Lomejer (1636-1699), predikant van St. Walburgiskerk, rector en later curator van de Latijnse school en, be langrijker nog, bibliothecaris van de Librije, vooral tijdens de moeilijke jaren van de Fran se bezetting in 1672-74. Lomejer zat op alle boekhistorische sleutelposities tegelijk: kerk, school en boekerij. Hij verdient de eer te wor den erkend als een man die daar ten volle van heeft weten te profiteren om boek en biblio theek op de intellectuele kaart te zetten. Mis schien wel omdat hij zijn vader al aan de pest verloor toen hij nog pas één jaar oud was, en als immigrantenkind onder de hoede van zijn oom Christoffel werd geplaatst. Oom Christoffel voerde in het commerciële centrum van Zutphen, in de Lange Hofstraat vlak naast het Wijnhuis, namelijk een bloei ende boekhandel. Hij was de officiële uitge ver van het Zutphense kwartier, en voorzag al in 1634-36 tientallen boeken van de Librije van nieuwe banden en van de befaamde ket tingen. Johannes was permanent door boe ken omgeven, en hij zal ook de herinnering hebben gekoesterd aan zijn Westfaalse groot vader Albert Lomejer, predikant, maar ook een gretige gast van Duitse vorsten met grote bibliotheken in Celle en Sleeswijk. De biblio theek zat hem als het ware in het bloed. Hij moet een leergierige veelvraat zijn geweest die zijn ogen goed de kost gaf. In 1669, 33 jaar oud, publiceerde hij een uniek boek: De Bibliothecis, waar hij acht jaar eerder al aan begonnen was, toen hij als vijfentwintigjarige net zijn studie in Deventer, Utrecht en Gro ningen had afgesloten. Elfjaar later, in 1680, verzorgde hij een tweede, aanzienlijk uitge breide druk, die de standaard is geworden. Ze werd vertaald in het Duits en schandelijk geplagieerd in het Frans, maar een intellectu ele krachtpatser en kritische boekenvreter als Pierre Bayle sprak al spoedig lof van Lomejers

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 4