Een roemloos einde De andere drie wagons Links: Mijn moeder bij de ingang van de spoorwagon in 1952. Op de achtergrond is de toren van de Sint Janskerk te zien. Vanuit de spoorwagon hadden we uitzicht op de Rozengracht en de Overwelving. Hiervoor waren in de muur naast de spoorwagon ter hoogte van de ramen uitsparingen gemaakt. Rechts: Mijn moeder en ik aan het ramen wassen. (Foto's L. Wessels, collectie auteur) balkon en werd later mijn slaapkamer. Mijn ouders en broer woonden er vanaf 19 april 1949. In 1950 ben ik geboren en met ons vie ren hebben we er tot 10 mei 1953 gewoond. Hoewel de wagon knus en gezellig was, was het te klein voor een gezin met twee kinde ren. Bovendien was de isolatie gering waar door het zomers binnen erg warm werd en 's winters de kachel flink opgestookt moest wor den. Ook was de wagon van binnen snel voch tig. In 1953 verhuisden we naar een nieuwe woning aan de Talmastraat. Onze woonwagen kreeg nog een kortstondi ge nieuwe bestemming. De familie Leempoel had een winkel met woonhuis aan de Nieuw- stad. Dit pand moest worden afgebroken en de familie heeft van juli 1956 tot september 1957 in de spoorwagon gewoond. In 1957 is de noodwoning verkocht aan J. Habbé uit Zutphen, eigenaar van een slopersbedrijf. Hij sloopte de wagon om plaats te maken voor de bouw van een archiefdepot voor het Stedelijk Museum. De Landbouwschool betrok in 1958 een nieuw pand aan de Wilhelminalaan nr.1. De tweede wagon werd eveneens een nood woning en werd geplaatst in de Bronkhorst- straat bij de Van der Capellenlaan. De familie W.P. Philippo woonde hier van 6 mei 1949 tot juni 1953. De wagon - die plaats moest ma ken voor de bouw van eengezinswoningen - werd toen verkocht voor fl. 2000,- aan de fa milie Dröge uit Soesterberg en op 1 juli 1953 per vrachtwagen afgevoerd. De twee andere wagons kwamen ter sprake bij de raadsvergadering over een nieuw vee marktterrein in april 1948. Het oude terrein was gelegen aan de Dreef op het industrieter rein. De nieuwe veemarkt werd gepland bij de Houtwal. Men vond dat er ook een café bij moest komen. Aanvankelijk werd gedacht aan een café met bovenwoning, dit werd echter te duur gevonden. Toen kwam het plan om van twee spoorwagons één café te maken. Op het geplande nieuwe veemarktterrein stond een loods van mandenmakerij Landeweerd. Deze loods kwam te koop en Landeweerd kon verhuizen naar de Laarstraat. Indien men de loods van Landeweerd samenvoegde met een wagon, bleef er een wagon beschikbaar als woning voor de beheerder van het café. De loods werd aangekocht voor fl. 3000,-. Aan de raad werd voorgesteld akkoord te gaan met het verstrekken van een krediet van fl. 8900,- voor de inrichting van het nood-café. En zo geschiedde... KCOSfi" SOKKEf VOUW GASE-"" baby artikelen eM het gehele KlEIMVAKj 50 7utphen - 2017/2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 18