Geboren in een Zutphense
spoorwagon
Ton Wessels
Tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog was er in Zutphen een groot tekort aan wo
ningen. Inwoners, die kamers over hadden, werden verplicht inwoning toe te staan. Op 19
december 1947 schreef burgemeester Jhr. Mr. C.C. de Jonge een brief naar de Nederlandse
Spoorwegen waarin hij vroeg naar de mogelijkheid om afgedankte personenwagons te
kopen, om daar een aantal woning-zoekenden in onder te brengen. In 1948 werd door de
gemeente voor mijn familie een spoorwagon aangeschaft. Zutphen kocht er in totaal vier,
waarvan er twee werden bestemd voor uitbreiding van woongelegenheid, de andere twee
voor inrichting van een café met tijdelijke woonvoorziening op de nieuwe veemarkt.
In 1945 kwamen mijn ouders in Zutphen wo
nen. Mijn vader werd conciërge aan de Rijks
Landbouwwinterschool, toen gevestigd in
het voormalige Dominicanenklooster.1 Mijn
ouders moesten inwonen en toilet, keuken
en wasgelegenheid delen met de hoofdbe
woners. In 1947 werd mijn oudste broer
geboren. Toen hadden zij nog steeds geen
zelfstandige woonruimte. Het gedwongen sa
menleven verliep niet altijd prettig, vandaar
dat mijn ouders eind 1947 terug verhuisden
naar Wageningen en mijn vader elke dag
op en neer reisde naar Zutphen. Ingenieur
Manschot, directeur van de Rijks Landbouw-
winterschool, en de burgemeester - voorzitter
van het schoolbestuur - zochten daarom naar
een noodoplossing. Die werd geboden door
de Nederlandse Spoorwegen, die meldde in
1948 dat er vier spoorwagons te koop waren
maar dat spoed geboden was aangezien er
veel belangstelling voor was.2 Op de B&W ver
gadering van 17 maart 1948 meldde wethou
der van Veen dat hij twee oude wagons wil
de laten plaatsen op de Houtwal, de huidige
parkeerplaats achter het politiebureau, om te
dienen als café en woning voor de caféhou-
der.3 De aanschafkosten werden geschat op
fl. 800,- per stuk, de ombouw op circa 7500
gulden. In de raadsvergadering van 3 mei
1948 werd het voorstel van B&W besproken
en men besloot tot aankoop van vier rijtuig-
bakken (spoorjargon voor personenwagons)
van de N.V. Nederlandse Spoorwegen.
Een stelletje oud roest!
Uit de notulen van de raadsvergadering van
3 mei bleek niet iedereen enthousiast over
het voorstel van B&W. Raadslid de heer Post
zei dat hem bij de kennisneming der stukken
twee dingen hadden getroffen.4 In de eerste
plaats vond hij bij de stukken een rapport van
de Directeur van Gemeentewerken van 22
maart jl. waarin deze de bedoelde wagons on
geschikt achtte voor het gebruik als woning.
Echter, in een ander stuk van de stedenbouw
kundige Ir. Kuiper, werden de wagonwonin
gen in het bijzonder geschikt geacht voor de
betere huurklasse. Spreker Post stond hier
voor een raadsel en ging zelf de rijtuigbakken
bekijken. Hem is daarbij gebleken, dat de Di
recteur van Gemeentewerken zich niet te kras
had uitgedrukt: "Het is een stelletje oud roest!
B&W spreken in hun voordracht van 'niet
meer in gebruik zijnde personenrijtuigen', zij
hadden er beter aan gedaan te spreken van
afgekeurde personenrijtuigen. Indien de Ne
derlandse spoorwegen bij het ontoereikende
wagenpark kans zouden hebben gezien deze
^utphen - 2017/2
47