Integratie culieren.6 Die hadden zich daarvoor vrijwillig opgegeven. Een tweede groep krijgsgevan genen, die een week later arriveerde, werd even hartelijk ontvangen. De mannen van de eerste ploeg waren inmiddels al zo vertrouwd in Zutphen dat ze de nieuw aangekomenen naar hun pensions konden begeleiden.7 Behalve een huurvergoeding, kregen pen sionhouders en gastgezinnen extra brood kaarten, vleeskaarten etc. voor het levens onderhoud van de bij hen ingekwartierde militairen. De woonomstandigheden waren vaak niet best. Sommige pensions waren niet eens aangesloten op het gasnet, laat staan dat er elektra was. 's Avonds was er dus geen licht. Men moest zich behelpen met kaarsen, zodat voor de militaire kostgangers extra rantsoe nen kaarsen moesten worden aangevraagd.8 Officiële klachten over de pensions waren er echter niet. Op 1 juni 1918 inspecteerde de Duitse generaal Friedrich met enkele adju danten de kwartieren van de krijgsgevange nen. Hij sprak de geïnterneerden toe in de manege van de huzaren aan de Nieuwstad. Friedrich benadrukte dat ze veel dank ver schuldigd waren aan koningin Wilhelmina. Vervolgens bezocht hij enkele kwartieren, waarover hij zich zeer tevreden toonde, voor al over het officiersverblijf in De Hollandsche Tuin.9 De geïnterneerde Duitsers hadden een ei gen kantoor van waaruit Platzkommandant Braune de contacten onderhield met de plaatselijke autoriteiten en vooral met de gemeentelijke distributiedienst. Dit Deutsches Geschaftszimmer was gevestigd op de Schup- stoel, hoek Beukerstraat, in de voormalige slagerij van Meerstadt.10 Dagelijks hielden de Duitsers appèl en moesten ze een presen tielijst tekenen. Enkele weken na hun aan komst in Zutphen werden ze door de Duitse regering in een nieuw uniform gestoken.11 Door de ongekende bruutheid die de Duitse legers in België en Noord-Frankrijk aan de dag legden, was de publieke opinie in ons land overwegend anti Duits geworden.12 Te genover de geïnterneerden in Zutphen was daarvan echter weinig te merken, al zullen sommige Zutphenaren ongetwijfeld hun be denkingen hebben gehad. In het algemeen was de verhouding tussen de Zutphense be volking en de Duitse militairen buitenge woon hartelijk. "Officieel" Zutphen nam een op z'n minst correcte houding aan tegenover de krijgsgevangenen. Toen Franse vluchtelin gen, die vanaf oktober 1918 in Zutphen wer den opgevangen13, Duitse militairen begon nen lastig te vallen, maakte de politie daar snel een eind aan.14 De geïnterneerden kregen dezelfde rant soenen als de overige Zutphenaren. Na de DtUtSCHCS] C'.rift/.K» j Het 'Deutsches Geschaftszimmer' en 'Platzkom- mando' waren gevestigd in de voormalige slagerij van Meerstadt, hoek Schupstoel Beukerstraat. (Regionaal Archief Zutphen, arch.nr.142, inv.nr.171) 42 ^utphen - 2017/2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 10