C^tvA,cLwX' (SjxJ^S
Militaire paardenarts omstreeks 1868. De paarden
vordering op de Boompjeswal geschiedde onder
toezicht van paardenarts 2e klasse J. Laméris. Aqua
rel door J. Regenbogen, ca. 1875. (Nationaal Militair
Museum Soesterberg)
onmiddellijk op het bordje van het stadsbe
stuur, zoals het laconieke briefje laat zien dat
Plaats Commandant Reiche op 17 juli aan
burgemeester Coenen stuurde:
Ik heb de eer UEAb. te verzoeken om aan drie Kom-
pagnieën van het 2e Bataillon 1e regiment Infante
rie welke niet door mij kunnen gekazerneerd worden
de benoodigde inkwartiering bij de inwoners te ver
strekken. w.g. Reiche20
Daar sta je dan als burgemeester. Waar laat
je van de ene dag op de andere zo'n zeshon
derd man? De militairen stonden echter in
hun recht. De stad was verplicht voor huis
vesting te zorgen, het kazerneringsreglement
liet daarover geen twijfel bestaan.21 Inkwartie
ring leek onvermijdelijk. Sinds de Franse tijd
was dat niet meer op zo grote schaal voorge
komen. En dus stelde burgemeester Coenen
een lijst op met namen van inwoners die voor
huisvesting en voeding van soldaten hadden
te zorgen.22 De inkwartieringswet van 1866
gaf hem die bevoegdheid.
Dat de inwoners protesteerden en klaagden
spreekt vanzelf. En helemaal onterecht waren
die protesten niet. De inkwartiering was on
rechtmatig - stelden ze - omdat het land zich
niet in staat van oorlog bevond en de vesting
Zutphen niet in staat van beleg.23 Daar had
den ze een punt. Coenen toonde begrip voor
hun argumenten en stelde per brief aan de
Minister van Oorlog de rechtmatigheid van
de inkwartiering ter discussie.24 Tegelijkertijd
besefte hij dat daarmee het acute huisves
tingsprobleem niet was opgelost. Hij trad in
overleg met de vestingcommandant, zonder
wiens medewerking hij niets zou kunnen be
ginnen. Ook majoor Netscher hield zich niet
doof voor de bezwaren van de bevolking. Hij
liet zich door Coenen overreden om één com
pagnie infanterie naar Voorst te verleggen.
Dat zou de druk in Zutphen wat van de ketel
halen. Daarnaast zou hij voor de nodige extra
bedfournituren (sets van beddengoed incl.
matras en strozak - rk) zorgen, als Coenen
er in zou slagen geschikte lokalen voor huis
vesting te vinden. Het plan kreeg de goedkeu
ring van hogerhand.25 Op 1 augustus meldde
Netscher aan Coenen dat de bedfournituren
onderweg naar Zutphen waren en dat er nu
haast gemaakt moest worden met die lokalen.
Het oog viel op de voormalige 3e Openbare
School bij de Molenbeek. Dit gebouw stond
leeg en kon - na de nodige vertimmeringen
^utphen - 2017/1
17