Vestingcommandant
Het Ministerie van Oorlog benoemde tijde
lijk nieuwe vesting- en garnizoenscomman
danten. Majoor P.M. Netscher, commandant
van het zojuist in garnizoen gekomen infan-
teriebataljon, werd belast met het oppercom
mando in de vesting Zutphen.4 Plaatscom
mandant majoor J.J. Reiche werd onder zijn
commando gesteld, evenals de troepencom
mandanten majoor Beyen van de vestingar
tillerie en majoor de Bruyn van de genie.5
Reiche was sinds kort bevorderd tot majoor,
maar De Bruyn en Beyen hadden beiden
meer dienstjaren dan Netscher. Zelfs de gar
nizoenscommandant, luitenant-kolonel der
huzaren baron A.O.H. Gansneb genaamd
Tengnagel, die hoger in rang was, werd aan
hem ondergeschikt gesteld.6 De benoeming
leverde dan ook hier en daar gefronste wenk
brauwen op. Sommige Zutphenaren vroegen
zich bezorgd af of in deze tijden van spanning
Antoni Otto Herman baron Gasneb genaamd
Tengnagel (1815-1878) was van 1870 tot 1875
commandant van het 4e Regiment Huzaren en
in die periode ook garnizoenscommandant van
Zutphen. Hij eindigde zijn carrière als adjudant des
Konings met de rang van generaal-majoor. (RKD -
Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis)
onze veiligheid wel gediend was met omke
ring van de militaire hiërarchie.7 De eerste
zorg van de nieuwe commandant, was het in
staat van verdediging brengen van de vesting.
Hier en daar moesten de wallen verbeterd
worden, er moesten traversen en banketten
aangelegd worden voor de infanterie en er
moesten barrières en versperringen worden
opgeworpen.8 Dit waren typisch karweitjes
voor de genie. Daarvoor was speciaal de 5e
compagnie van het bataljon mineurs sap-
peurs uit Nijmegen gekomen.9 De artilleris
ten brachten de geschutsbatterijen in orde,
plaatsten de vuurmonden en voerden bus
kruit en ammunitie aan.
Verboden toegang
Bij dat alles konden geen pottenkijkers ge
bruikt worden. Nog op de dag van zijn aan
treden verklaarde de nieuwe vestingcomman
dant de verdedigingswerken dan ook voor
verboden gebied. Het verbod betrof - naast
alle vestingwerken - vooral de walgang van de
hoofdwal. Die mocht alleen betreden worden
met een speciaal pasje afgegeven door genie
commandant majoor De Bruyn. Bordjes Ver
boden Toegang markeerden de opgangen naar
de wal. Gewapende wachtposten moesten
potentiële overtreders op andere gedachten
brengen. Desondanks werd het verbod mas
saal genegeerd. Vooral kinderen en mensen
die aan of vlakbij de wal woonden, stoorden
zich nauwelijks aan het verbod. Ook werden
op de wallen meer dan eens vernielingen
aangericht. Vestingcommandant Netscher
deed zijn beklag over het ongedisciplineerde
gedrag van de Zutphenaren.10 Burgemeester
Coenen liet daarop maar weer eens een open
bare bekendmaking publiceren.11 Veel zal het
wel niet geholpen hebben.
De oostelijke uitvalsweg richting Warnsveld,
die de Linie van Hooff kruiste, werd voor alle
verkeer gesloten vanaf de Buiten-Laarpoort
tot voorbij de vestingwerken. Verkeer vanuit
^utphen - 2017/1
15