De Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871) met argusogen de Duitse fanterie vanuit hun standplaatsen Deventer, Zwolle en Assen naar Zutphen gedirigeerd. De infanteristen moesten, vanuit het centraal gelegen Zutphen, bedreigde plaatsen langs de IJssellinie te hulp te snellen, mocht het tot een vijandelijke inval komen. Zutphen was daarmee de enige vesting in ons land waar tijdens deze mobilisatie infanterie werd gele gerd. Alle overige infanterie-eenheden wer den ingedeeld bij het mobiele veldleger. Zutphenaren die zich door de internationa le dreiging geroepen voelden vorst en vader land te verdedigen, konden vrijwillig dienst nemen bij de militie. Ze moesten wel tussen de 17 en 50 jaar oud zijn en zich minstens voor de duur van de mobilisatie verplichten.2 Bij het Zutphense wervingsbureau zullen vrijwilligers elkaar niet verdrongen hebben. Landelijk bleek de aanwerving namelijk een mislukking. In het hele land kon slechts het schamele aantal van 296 vrijwilligers worden gecontracteerd.3 Pieter Marinus Netscher (1824-1890) was in 1870 als majoor der infanterie korte tijd vestingcom mandant van Zutphen. Hij klom daarna op tot luitenant-generaal, werd adjudant van de gouver neur van Suriname, later commandant van het Oost-Indisch Leger en inspecteur van het militair onderwijs. (RKD - Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis) Zoals altijd ging het om het machtsevenwicht in Europa. Frankrijk bekeek eenwordingspolitiek van de Pruisische kanselier Bismarck. Ook de steeds sterker wordende zware industrie in de Duitse buur landen baarde zorgen. Toen de Duitse prins Leopold von Hohenzollern-Sigma- ringen naar voren werd geschoven voor de vacante Spaanse troon, was de maat vol voor keizer Napoleon III. Geprovoceerd door Bismarcks 'Emser Depe- sche' verklaarde de Franse regering op 19 juli 1870 de oorlog aan Pruisen.* Het bleek een fatale misreke ning. Het Pruisische leger was veel te sterk. Zeker na de slag bij Sedan op 1 en 2 september was dat duidelijk geworden. Een Frans leger van 83.000 man, onder wie bijna drieduizend officieren, veertig generaals èn keizer Napoleon III, werd krijgsge vangen gemaakt. De rege ring in Parijs zette daarop de keizer af, maar weigerde te capituleren. Pas nadat de Duitse legers Parijs hadden bezet, werd op 10 mei 1871 de Vrede van Frankfurt getekend. Frankrijk moest Elzas-Lotharingen afstaan. De kiem voor de volgende oorlog - die we nu Eerste Wereldoorlog noemen - was gelegd. *Emser Depeche: vanuit het kuuroord Bad Ems stuurde Bismarck per telegram een botte afwijzing op het Franse verzoek om de kandidatuur van prins Leopold niet te steunen. 14 ^utphen - 2017/1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2017 | | pagina 14